gemeente Breda
bij-bijlage nummer: 197
We kunnen uit deze systematiek afleiden, dat bestuursorganen met uitzon
dering van de Koning, twee eden of beloften afleggen bij de aanvaarding van
hun betrekking.
Dit plaatst ons voor de vraag of een dergelijke eedsaflegging ook dient te
geschieden door de leden van een commissie en zo ja, in wiens handen dat dan
dient te gebeuren. Wij zijn van oordeel dat door de leden van de functionele
commissie, geen raadsleden zijnde, de in dit artikel geformuleerde eed of
belofte dient te worden afgelegd.
Door het toekennen van bevoegdheden aan een commissie is een deel van de
taak van het bestuursorgaan overgegaan op deze commissie. Uitgaande nu van
de hiervoor geschetste systematiek, waarin zij, die deel uitmaken van een
dergelijk orgaan, de eed van trouw moet afleggen, is het logischerwijs
noodzakelijk, dat ook de leden van een dergelijke commissie, die toegerust
is met publiekrechtelijke bevoegdheden, deze eed of belofte afleggen.
Niet anders is dit naar ons oordeel met betrekking tot de zuiveringseed.
Overigens zij opgemerkt, dat uiteraard verschillend gedacht kan worden over
eedsaflegging door commissieleden, te meer daar dit in de gemeentelijke
modelverordening niet is geregeld.
Artikel 9 en 10
In deze artikelen wordt ingegaan op de vereisten en de onverenigbare
betrekkingen overeenkomstig de bepalingen in de gemeentewet. De
uitzondering, die hierbij gemaakt is, heeft slechts betrekking op niet-
raadsleden van het college. Het kan wenselijk zijn dat iemand uit de
jongerenorganisaties in de commissie wordt opgenomen. De eisen van
artikel 21 gemeentewet zouden deelname aan de commissie door deze
personen dan onmogelijk kunnen maken hetgeen dan niet wenselijk is.
De gemeentewet stelt aan het lidmaatschap van de gemeenteraad verschillende
eisen. Zo kunnen de eisen, die artikel 21 gemeentewet stelt als volgt worden
weergegeven.
1. men moet Nederlander zijn of als Nederlands onderdaan zijn erkend;
2. men moet ingezetene zijn;
3. men moet de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt;
4. men mag niet zijn veroordeeld wegens bedelarij of landloperij of wegens
een feit, waaruit openbare dronkenschap blijkt.
Voorts geeft de gemeentewet een aantal onverenigbare betrekkingen aan in
artikel 25.
In het navolgende zal nader ingegaan worden op de leeftijdseis en de
onverenigbare betrekkingen.
De andere eisen van artikel 21 van de gemeentewet behoeven naar ons oordeel
geen nadere bespreking. Uiteraard leidt wijziging van art. 21 m.b.t.de eis
van het nederlanderschap (actief en passief kiesrecht voor buitenlanders)
derhalve ook tot wijziging van deze eis m.b.t. de commissie.
Het komt ons juist voor, dat deze eisen ook in het kader van de commissies
- voor zover het betreft de functionele commissie - gesteld kunnen worden.