aan de raad der
gemeente Breda
SZiC)J~Z<L
Bijlage nr. 201
Voorstel van burgemeester en wethouders
inzake het gebruik van kernenergie in het
algemeen en de vestiging van een eventuele
kerncentrale in het bijzonder op het
industrieterrein Moerdijk.
INLEIDING
Het standpunt van ons college inzake het gebruik van kernenergie
in het algemeen en vestiging van eventuele kerncentrales op het
industrieterrein Moerdijk was tot op heden, dat hierover eerst
een uitspraak zou worden gedaan in het kader van de planologische
kernbeslissingsprocedure.
De meest recente ontwikkelingen, te weten de parlementaire stand
puntbepaling, de standpuntbepaling van het provinciebestuur en de
stellingname van de N.V. P.N.E.M. zijn voor ons echter aanleiding
geweest voor een inhoudelijke discussie en nadere standpuntbepaling
terzake
Dit laatste is naar onze mening te meer noodzakelijk, daar het niet
is uitgesloten, dat op korte termijn een bestuurlijk standpunt
ingenomen dient te worden binnen het bestuur van het I.H.M., in
verband met een mogelijk verzoek tot het verlenen van een optie
aan de N.V. P.N.E.M. ten behoeve van de vestiging van een of meer
kerncentrales op genoemd industrieterrein.
Tegen deze achtergronden gaan wij hierna nader in op een drietal
probleemvelden en maken wij daarover onze opvatting kenbaar.
Bij brief van 11 januari 1985, gericht aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaalheeft de regering haar standpunt kenbaar ge
maakt met betrekking tot het eindrapport van de Stuurgroep
Maatschappelijke Discussie Energiebeleid. Naast overeenstemming
met de conclusies van de Stuurgroep zoals terzake van het