aan de raad der
gemeente Breda
OW/8506030
15-5-1985
Bijlage nr. 215
cnnr-p
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het ongegrond verklaren van het
beroep van de heer A.P.J. Ruwiel tegen
de aanschrijving ex artikel 25 Woningwet
betreffende de woningen Academiesingel
30 en 30a
Op 19 februari 1985 is de heer Ruwiel, wonende Pijlstaartlaan 28 te Vinkeveen
als eigenaar van genoemde woningen aangeschreven om binnen een termijn
van 60 dagen de nodige voorzieningen te treffen ter opheffing van een
aantal gebreken aan de woningen Academiesingel 30 en 30a.
Bij brief van 3 maart 1985 maakt de heer A.P.J. Ruwiel bezwaar tegen
deze aanschrijving.
Het beroepschrift is ingekomen binnen de in de Woningwet bepaalde termijn
van IA dagen.
Appellant dient derhalve in zijn beroep ontvankelijk te worden verklaard.
In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht:
- het door de gemeente voorgestelde bedrag tot aankoop van bedoeld pand
is te laag;
de in de aanschrijving gestelde uitvoeringstermijn van 60 dagen voor
het treffen van de voorzieningen is te beperkt en dient te worden
verlengd
Het pand Academiesingel 30 en 30a is gelegen in het stadsvernieuwingsgebied
Spoorbuurt-West
Door de afdeling bouw- en woningtoezicht is reeds eind 1981 in het kader
van de stadsvernieuwingsactiviteiten een bouwtechnisch onderzoek uitgevoerd.
Het hoofdzakelijk negatieve resultaat is de heer Ruwiel op 29 april 1982
kenbaar gemaakt met het verzoek om in overleg met het bouw- en woningtoe
zicht te komen tot het treffen van de noodzakelijke voorzieningen.
De heer Ruwiel heeft hierop echter nooit gereageerd.
Later is in het kader van aankoop en verbetering van slechte panden door de
gemeente opdracht gegeven aan D.H.V. Ingenieursbureau om een haalbaarheids
studie te verrichten waarbij ook genoemd pand werd betrokken.
Uit dit onderzoek is de conclusie getrokken dat aankoop en verbetering door
de gemeente binnen bepaalde grenzen financieel verantwoord kan zijn.
Op basis van deze gegevens zijn de onderhandelingen met de heer Ruwiel met
betrekking tot aankoop gestart.
De vraagprijs van de heer Ruwiel ligt echter dermate hoog dat de totale
kosten voor verwerving plus de kosten voor verbetering niet passen binnen
de tot nu toe gehanteerde prijszetting in dit gebied en ook exploitatie-
technisch niet verantwoord zijn.