bijlage nr. 215
- 2 -
De heer Ruwiel is uiteraard niet verplicht om te verkopen doch blijft dan
wel als eigenaar verantwoordelijk voor de kwaliteit van het pand.
Mede in verband met het feit dat de bezwaren van de heer Ruwiel zich
inhoudelijk niet tegen de aanschrijving richten zijn wij van mening dat de
aanschrijving terecht is gedaan.
Verder zijn wij van mening dat de in de aanschrijving gestelde uitvoerings
termijn van 60 dagen toereikend is, gezien de aard van de voorzieningen om
de werkzaamheden te voltooien.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, lid 3 van de bouwverordening is
de heer A.P.J. Ruwiel in de vergadering van de commissie wonen in de
gelegenheid gesteld te worden gehoord.
Het proces-verbaal opgemaakt van deze hoorzitting, ligt voor u ter
inzage.
Wij stellen u voor overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten tot
ongegrondverklaring van het beroep tegen de aanschrijving.
Het resultaat van de beraadslaging in de commissie wonen ligt voor u ter
inzage.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij burgemeester
H.S. van Asperen secretaris
ligt ter visie