- 2 - bijl.nr. 223 Zoals vermeld is de nieuwe regeling reeds medio 1983 aangekondigd en is bij de behandeling van genoemd Meerjarenplan door de Bijzondere Commissie door de desbetreffende Staatssecretaris o.m. de toezegging gedaan dat over de uitwerking ervan binnenkort overleg zou plaatsvinden en dat het streven er op gericht was deze zo spoedig mogelijk in te voeren. Niettemin heeft het nog tot 1 januari 1985 geduurd vooraleer de nieuwe regeling van kracht is geworden. Een gezamenlijk schrijven van de colle ges van burgemeester en wethouders van de vier grote Brabantse gemeenten Tilburg, Eindhoven, s-Hertogenbosch en Breda, alsmede een van de wethouders verantwoordelijk voor het volkshuisvestingsbeleid in deze gemeenten, respectievelijk aan de Staatssecretaris van VROM en aan alle fracties van de Tweede Kamer der Staten Generaal waarin de problematiek van de herinrichtingskosten bij de uitvoering van groot-onderhoudsplannen duidelijk is uiteengezet en waarin er voor wordt gepleit deze per 1 januari 1984 te doen ingaan, hebben daarin geen verandering kunnen brengen. Hieruit volgt, dat erkend wordt dat aan ingrepen uitsluitend buitengewoon onderhoud omvattende, voor de bewoners wel degelijk kosten verbonden (kunnen) zijn, waarbij wordt aangetekend dat het ontbreken van een tegemoetkoming daarin tot nu toe niet tot stagnatie in de uitvoering van de plannen heeft geleid. Daarbij kan evenwel - althans voor wat Breda betreft - onderscheid worden gemaakt in enerzijds plannen die op grond van het reguliere programma worden uitgevoerd en anderzijds plannen die in het kader van de "extra-werkgelegen- heidsregeling 1984/1985" dan wel de "terugploegregeling van uitkeringsgelden voor 1984" tot stand zijn gekomen. Alhoewel de in alle drie de regelingen opgenomen omschrijvingen van de aard der voorzieningen bij groot-onderhoud gelijkluidend zijn, zijn de laatste toch minder ingrijpend en met name geconcentreerd op het buitenonderhoud Dit is te verklaren doordat "extra werkgelegenheidsplannen" uitsluitend op vóór-oorlogse complexen betrekking konden hebben en die hebben alle reeds een renovatieplan ondergaan, zij het dat daarin bepaalde onderdelen, om welke reden(en) dan ook, niet of onvoldoende waren opgenomen. "Terugploegplannen" kunnen zowel voor vóór- als na-oorlogse complexen worden opgesteld, waarbij ten aanzien van laatstgenoemde categorie de eis van de minimale leeftijdsgrens van 25 jaar niet geldt. De ingediende plannen hebben zich dan ook op deze groep toegespitst en bevatten derhalve hoofdzakelijk buitenonderhoudswerkzaamheden. Als criteria voor een tegemoetkoming in de herinrichtingskosten hebben wij gesteld, dat alleen de bewoners van die woningen daarvoor in aanmerking komen waarin de drie onderstaande onderdelen geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd, te weten: 1. het stucwerk; 2. de elektrische installatie; 3. de riolering of de vloeren. Indien slechts aan één of twee voorwaarden behoeft te worden voldaan zou een conflictsituatie met het zogeheten klachtenonderhoud ontstaan, omdat dit daaraan in veel gevallen eveneens beantwoordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1219