- 4 -
bijl. nr. 228
De provinciale planologische commissie kan met het ontwerp-bestemmingsplan
instemmen en heeft gunstig geadviseerd. Met betrekking tot de door haar
gemaakte opmerkingen kan worden gesteld dat het dwarsprofiel zoals op de
plankaart aangegeven binnen de bestemming verkeersdoeleinden B zal worden
doorgezet tot aan de Claudius Prinsenlaan.
Naar aanleiding van haar opmerking als zou het langzame verkeer te weinig
aandacht krijgen merken wij het volgende op.
Het gedeelte van de Poolseweg tussen de Molengracht en de Claudius Prinsen
laan wordt hoofdzakelijk bestemd voor fietsverkeer in beide richtingen en
incidenteel vooral tijdens sporttoernooien voor het stallen van bussen.
Het kruispunt Heerbaan-Claudius Prinsenlaan wordt hiervoor aangepast tot
een zogenaamde T-kruising voor autoverkeer.
Het gedeelte van de Poolseweg tussen de Molengracht en de Blauwe Keiweg zal
worden voorzien van aanliggende fietspaden.
De stedebouwkundige adviesraad kan eveneens met het ontwerpplan instemmen
(zie brief d.d. 14-02-1985)*. Met betrekking tot de door de StAR gemaakte
opmerkingen betreffende de parkeercapaciteit en de aanpassing van de Molen
gracht voor zover gelegen tussen het ziekenhuisterrein en de Claudius
Prinsenlaan mogen wij u verwijzen naar het hiervoor gestelde.
Waar nodig is paragraaf 4 hoofdstuk verkeer en parkeren en hoofdstuk 6 in de
toelichting behorende bij het ontwerpplan aangevuld na de tervisielegging
van het ontwerpplan.
Met betrekking tot de economische uitvoerbaarheid van het onderhavige ont
werp-bestemmingsplan mogen wij u verwijzen naar pagina 9 van de bijbehorende
toelichting
Zoals hieruit blijkt heeft de bestemmingsplanwijziging geen financiële con
sequenties voor de gemeente.
Wij stellen u voor het bestemmingsplan Ignatiusziekenhuis (gedeeltelijke
herziening 1984/1 van het uitbreidingsplan Lovensdijk) vast te stellen con
form bijgevoegd concept-besluit.
Het resultaat van de beraadslaging in de commissie wonen ligt voor u ter
inzage
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij burgemeester
H.S. van Asperen, secretaris
ligt ter inzage in de leeskamer