- 4 -
Voor de woningen van de corporaties en het gemeentelijk woningbedrijf die
al overeenkomstig de reeds bestaande systematiek worden verdeeld, betekent
dit concreet dat feitelijk automatisch woonruimtevergunningverlening
plaatsvindt
Overigens verdient nog opmerking dat bij onderzoeken is gebleken dat de
huurwoningmarkt in Breda per wijk aanzienlijke verschillen vertoont. Wilden
wij u een hierop toegespitste concept-verordening voorleggen dan zou per
wijk een gedifferentieerde verdelingsmethodiek moeten worden gehanteerd.
Dit is een in de praktijk onhoudbaar systeem omdat het voortdurend bijge
steld zou moeten worden op grond van vraag en aanbod criteria.
Teneinde toch op deze situatie in te kunnen spelen en daarmee (ongewenste)
leegstand als gevolg van de toepassing van de woonruimtewet te voorkomen is
een bepaling in de concept-verordening opgenomen die er globaal op neerkomt
dat kan worden afgezien van de normerende bepalingen wanneer als gevolg
hiervan leegstand dreigt.
2Huurprij sgrens
Ingevolge de reeds genoemde woonruimtebeschikking mag de huurprijsgrens
niet hoger zijn dan 1.000,per maand en niet lager dan 400,per
maand.
Bij het vaststellen van deze grens zijn overigens nog de volgende gegevens
(per 1 januari 1984) van belang:
- in Breda ziin 10.663 particuliere huurwoningen (24% van het totale
aantal woningen van 44.763), waarvan 7.287 (68%) in handen van grote
institutionele beleggers en de overige 3.376 (32%) eigendom zijn van
kleine particuliere huiseigenaren;
- van de huurwoningen van de institutionele beleggers is de huurprijs
tamelijk exact bekend:
eengezins
woningen
meergezins
woningen
totaal
400,—
2%
7%
5%
400,650,—
25%
78%
45%
650,—
73%
15%
41%
100%
3.206
100%
4.081
100%
7.278
de huurprijzen van de woningen van de kleine particuliere eigenaren
zijn niet exact bekend, maar wel kan heel algemeen worden gesteld dat
deze op een gemiddeld lager niveau liggen dan de huurwoningen van de
institutionele beleggers;
- voor individuele huursubsidie komt men alleen in aanmerking wanneer de
huurprijs, inclusief de subsidiabele servicekosten (maximaal 120,
vaak veel lager), niet meer bedraagt dan 650,per maand; voor
duurdere huurwoningen komen daardoor feitelijk alleen woningzoekenden
in aanmerking die de beschikking hebben over relatief hoge inkomens.
Op grond van deze gegevens zijn wij van mening dat de huurprijsgrens vast
gesteld dient te worden op 650,per maand inclusief subsidiabele
servicekosten.