aan de raad der
gemeente Breda
OW/8513368
28 augustus 1985
Bijlage nr. 245
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot vaststelling van
het bestemmingsplan Muizenberg
Het plangebied Muizenberg maakt deel uit van bet gebied Haagse Beemden
waarvoor door uw raad een structuurplan is vastgesteld. Het bestemmingsplan
Muizenberg vormt de start van de 4e fase in de Haagse Beemden.
Muizenberg maakt deel uit van de noord-westelijke woongebieden van het plan
Haagse Beemden, die tussen de landgoederenzone en het buitengebied in liggen.
Muizenberg is gelegen ten noorden van en aansluitend op het plangebied
Resteren.
Het globale bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Muizenberg is een "globaal" plan; dit in tegenstelling
tot bijvoorbeeld de bestemmingsplannen in Kievitsloop-Gageldonk, die
"gedetailleerd" waren.
Juridisch bestaat er tussen deze plannen geen verschil: beide zijn plannen
in de zin van artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het verschil
is hierin gelegen dat een globaal bestemmingsplan nog moet worden uitgewerkt,
terwijl dit bij een gedetailleerd bestemmingsplan niet het geval is.
Dit heeft onder meer tot gevolg, dat voor gebieden of terreinen, waar globale
bestemmingen gelden geen bouwvergunningen kunnen worden afgegeven voordat
deze bestemmingen door burgemeester en wethouders zijn uitgewerkt.
Deze uitwerking moet geschieden binnen bepaalde regels, die in het globale
bestemmingsplan zijn vastgelegd.
Door de vaststelling van een globaal plan wordt aan burgemeester en wethou
ders de uitwerking tot gedetailleerde plannen gedelegeerd (artikel 11 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening)
Het voordeel van deze werkwijze is vooral, dat in het globale plan een vrij
grote mate van flexibiliteit kan worden ingebouwd, waarvan de grenzen door
uw raad worden vastgelegd.
Daarnaast kan, mede gezien de vrij korte procedure die de wet vereist voor
uitwerkingsplannen, ingespeeld worden op zich voordoende ontwikkelingen.
De procedure van een uitwerkingsplan komt in grote lijnen hierop neer:
- tervisielegging van het ontwerp-uitwerkingsplan gedurende 14 dagen,
tijdens welke periode belanghebbenden bezwaren kunnen indienen;
vaststelling van het plan door ons college;
- goedkeuring van het plan door Gedeputeerde Staten (binnen twee maanden
na toezending, eventueel te verlengen met één maand).
De Wet op de Ruimtelijke Ordening en het gelijknamige besluit, stellen geen
eisen of voorwaarden aan het betrekken van uw raad bij de uitwerkingsplannen.
Wij achten het niettemin een goede zaak, dat uw raad inzicht krijgt in de
wijze waarop wij van de door u gedelegeerde bevoegdheid gebruik maken.
In verband daarmee zullen wij de uitwerkingsplannen ter kennis brengen van
de commissie wonen.