bijl.nr. 253 Hoewel een dergelijke bepaling gemeentewettelijk niet strikt noodzakelijk is, geeft zij wel duidelijk aan dat indien een vergunning op grond van de wet is vereist, het vergunningver- eiste op grond van de Lozingsverordening daarmee is vervallen. Dit neemt echter niet weg dat, hoewel het vergunningvereiste is vervallen, bedoelde categorieën van inrichtingen nog steeds onder het regime van de Lozingsverordening vallen namelijk voor wat betreft de algemene regels die zien op de bescherming van de gemeentelijke riolering. In individuele gevallen kan desge vraagd - tijdelijk - ontheffing worden verleend van het in afwijking van deze algemene regels geldende lozingsverbod. Ten aanzien van de repressieve handhaving zijn er redenen aanwezig om de Lozingsverordening te wijzigen. De in artikel 21 genoemde strafmaat (maximaal twee maanden hechtenis, maximale geldboete van f 300,--) is gebaseerd op artikel 195 van de gemeentewet Laatstgenoemd artikel is echter begin 1984 gewijzigd en thans kan Uw raad voor wat betreft het opleggen van een geldboete kiezen uit maximaal f 500,(categorie 1) of maximaal f 5.000,(categorie 2). Gezien het feit dat de thans door de rechter maximaal op te leggen geldboete (f 300,als een weinig tot de verbeelding sprekend sanctiemiddel wordt ervaren, stellen wij U voor om, conform de strafbepaling van de in februari van dit jaar door Uw raad vastgestelde Afvalstoffenverordeningin deze veror dening de hoge maximale geldboete als strafmaat op te nemen. Deze strafmaat zal naar onze mening de strafrechter voldoende ruimte bieden om indien nodig op een adequate wijze corrige rend op te treden. Het voorontwerp van deze verordening hebben wij voor commentaar voorgelegd aan de Hoofdofficier van Justi tie en de Korpschef van gemeentepolitie. Door beiden werd instemmend gereageerd. Resumerend stellen wij U voor om te besluiten tot het vaststel len van de verordening tot wijziging van de Lozingsverordening riolering Breda. Hiertoe is een concept-besluit bijgevoegd. Het resultaat van de beraadslaging in de commissie middelen en milieu ligt ter inzage. Burgemeester en wethouders van Breda, F.M. Feij burgemeester. H.S. van Asperen secretaris. ligt ter visie. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1314