bijl. nr. 265 de raad dan zal bepalen. Bovendien achten wij het om de volgende overwegingen ook verantwoord ook bij een tussentijdse beëindiging van de subsidiëring per bedoelde datum, alle alsdan nog via het fonds voor ontwikkelingssamenwerking beschikbare gelden in de orde van grootte van circa f 1 12.000,(circa f 312.000,-- minus 2 x f 100.000,-- over '85/'86), te vermeer deren met de daarbij komende rente, alsnog in de vorm van een subsidiebedrag ineens aan de stichting uit te keren ter verde re voortzetting van haar activiteiten: - het gestelde op dit punt in het genoemde programma-akkoord 1982-1986; - de in het eerder genoemde raadsbesluit van 10 november 1983 vastgelegde gemeentelijke taakstelling; - de gedurende een aantal jaren aan het fonds toegevoegde en tot heden nog niet uitgegeven middelen. Vanzelfsprekend zal het hiervoor uiteengezette voorbehoud door het stichtingsbestuur doorgekoppeld moeten worden naar degene met wie de stichting thans verplichtingen voor financiële on dersteuning na 1987 aangaat. Wanneer de gemeenteraad gedurende de totale subsidieperiode niet op bedoeld voorbehoud zal terug komen, zal in 1989 door de gemeenteraad op basis van de tot dan toe opgedane ervaringen geheel opnieuw kunnen worden bepaald of en zo ja voor welk bedrag en voor welke periode daarna tot sub sidiëring zal worden overgegaan. Omtrent de verdere achtergronden van het subsidieverzoek menen wij U kortheidshalve hiernaar, alsmede naar de daarbij behoren de bijlagen te kunnen verwijzen. Wij zijn van mening, dat Uw raad zich via de in deze stukken vervatte informatie voor dit moment een behoorlijk beeld kan vormen over deze stichting, de bestuursleden en over de door hun voorgestane werkwijze. Met name willen wij U nog wijzen op de door het stichtingsbe stuur te hanteren algemene uitgangspunten bij de behandeling van aanvragen om geldelijke ondersteuning en op de te dien aan zien van toepassing zijnde voorwaarden. Bovendien blijkt uit de overgelegde stukken, dat indien de aanvrager van financiële ondersteuning ten behoeve van een concreet project bezwaar heeft tegen de beslissing van de stichting, kan een bezwaar schrift worden ingediend bij een in te stellen bezwarencommis- sie van de stichting, bestaande uit 3 personen, waarvan 1 aan gewezen door of vanwege de gemeente 1 door of vanwege de stich ting, welke twee personen te "ïmen een onafhankelijk voorzitter benoemen Deze commissie brengt advies uit, waarna het stichtingsbestuur overgaat tot heroverweging van de genomen beslissing met inacht neming van het advies. Tenslotte stellen wij ons voor om aan de commissie Algemene Zaken ten minste één keer per jaar verslag uit te brengen over hetgeen door de stichting met de subsidiegelden is verricht. Op deze wijze blijft Uw raad dan toch via deze commissie hier van op de hoogte gedurende die jaren. De voorbereidende besprekingen met verschillende bestuursleden, - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1353