bij bijl. nr. 265 A d. Bij de goedkeuring van de begroting stellen burgemeester en wethouders gelijktijdig vast: - het voorlopig voor het betreffende kalenderjaar aan de stichting toegekende subsidiebedrag; - het bedrag of de bedragen die aan de stichting bij wijze van voorschot(ten) zullen worden toegekend en die in het totaal het bedrag van het voorlopig toegekende subsidiebedrag niet te boven zullen gaan. 2. In afwijking van het bepaalde onder 1.a. wordt met betrek king tot de kalenderjaren 1985 en 1986 de begroting ter goed keuring bij burgemeester en wethouders ingediend binnen één respectievelijk drie maanden na de datum waarop het bijbe horende raadsbesluit in werking is getreden. 3. Het bestuur van de stichting: a. kan ten laste van de ontvangen subsidiegelden of voorschotten daarop, geen uitgaven doen of kan de stich ting tot het doen ervan verplichten, welke niet bij de door burgemeester en wethouders goedgekeurde begroting of bij een overeenkomstig het hiervoor vermelde onder 1.c. en d. goedgekeurde begrotingswijziging zijn geraamd; b. legt bij het aangaan door de stichting van verplichtin gen met derden ter zake van het verstrekken van gelde lijke bijdragen aan die derden na 1 januari 1987 telkens schriftelijk het voorbehoud vast, dat wanneer de gemeente raad krachtens het bepaalde onder IV. van het bij deze voorwaarden behorende raadsbesluit tot nadere besluit- I vorming overgaat ter tussentijdse beëindiging van de subsidiëring of ter verlaging van de nog aan de stich ting toekomende subsidiebedragen, de stichting ten volle gehouden en gerechtigd is om alsdan met ingang van de datum waarop dat raadsbesluit in werking zal treden, jgeen verdere geldelijke bijdragen te verstrekken of de krachtens die verplichtingen nog aan die derden ten laste van de subsidiegelden te verstrekken geldelijke bedragen in gelijke mate te verlagen en zonder dat die derden daartegenover ten opzichte van de stichting enigerlei aanspraak hebben of zullen doen gelden op voldoening van die gelden door de stichting. 4. a. Het bestuur dient uiterlijk voor 1 mei na afloop van het betreffende kalenderjaar met betrekking tot dat jaar bij burgemeester en wethouders ter goedkeuring in: - de jaarrekening en het verslag van de verrichte activi teiten, voorzien van een behoorlijke toelichting en mede gelet op de onder 1.a. genoemde onderdelen, vol doende gespecificeerd; - het op de jaarrekening en het verslag betrekking heb bende verslag van een na overleg met burgemeester en wethouders door het bestuur aangewezen onafhankelijke deskundige, waarin deze zijn bevindingen heeft neerge legd met betrekking tot het ingestelde onderzoek naar de genoemde jaarstukken van de stichting, alsmede een - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1359