bijl. nr. 266
Uit de door gedeputeerde staten overgelegde kaart* blijkt,
dat het voornemen bestaat om met betrekking tot de regio Breda
aan te sluiten bij het gebied van het Stadsgewest Breda, dan
wel, anders gezegd het grondgebied van de éénentwintig aan het
Stadsgewest Breda deelnemende gemeenten.
Bedoeld voornemen hebben gedeputeerde staten voor het eerst
kenbaar gemaakt bij circulaire van 27 september 1983*.
De gemeenteraad heeft op 22 maart 1989* besloten om geen be
zwaren tegen die voorgenomen gebiedsindeling aan te tekenen,
mits aan de te dien aanzien in het betreffende raadsvoorstel
van 8 februari 1984* vermelde kanttekeningen zal worden tege
moet gekomen. Het voorstel en besluit zijn bij brieven van 30
maart 1984* aan gedeputeerde staten en aan het dagelijks be
stuur van het Stadsgewest Breda meegedeeld.
Bedoelde, nogal kritisch gerichte, kanttekeningen zijn in
hoofdzaak terug te vinden in de laatste alinea op pagina 8
en in de eerste alinea op pagina 9 van genoemd raadsvoorstel.
In essentie komen die neer op de opvatting, dat aan samenwer-
kingsregelingenzeker niet wanneer het de voortzetting van
bestaande regelingen betreft, door gedeputeerde staten goed
keuring zou mogen worden onthouden alleen omdat het gebied
van de regeling niet samenvalt met het samenwerkingsgebied.
Daarvoor zullen meer motieven moeten gelden. Aan de gebieds
indeling zou dus een niet te absoluut karakter mogen worden
toegekend en niet dwingend mogen worden opgelegd.
Na een vóóraankondiging bij circulaire van 11 juni 1985*
zenden gedeputeerde staten bij brief van 16 juli 1985* toe:
- het ontwerp-indelingsbesluit in samenwerkingsgebieden;
- de openbare bekendmaking;
- de toelichting, alsmede een kaart.
Toelichting
De overgelegde toelichting geeft onzes inziens een goed beeld
van de verschillende met de aan de orde zijnde gebiedsindeling
samenhangende aspecten.
-2-