bijl. nr. 271
wij het noodzakelijk, dat -wederom gelet op de
omvang van de bijdrage- binnen het IHM afspraken
worden vastgelegd, die erin voorzien dat de even
tueel te behalen meeropbrengsten naar rato van de
concrete saneringsbijdragen naar de deelnemers in
het IHM worden teruggesleuteld. Zodra hierover
nadere informatie beschikbaar komt, zullen wij U
hierover informeren.
relaties met de overeenkomst IHM/Domeinen
In de bestuursovereenkomst wordt op enkele plaat
sen verwezen naar een tussen het IHM en Domeinen
te sluiten contract, dat als hoofdelementen heeft
a. het beheer en de exploitatie te regelen van de
gronden die in het kader van de sanering overgaan
naar Domeinen en door die dienst worden "gecon
serveerd" en b. een procedure vast te leggen met
betrekking tot de teruglevering van gronden aan
het IHM.
De waardering van de effecten van de bestuurs
overeenkomst
Bij de waardering van de voorliggende concept-be
stuursovereenkomst en de sanering, zoals door
effectuering van de overeenkomst kan worden be
reikt, dienen naar onze mening nog de volgende
omstandigheden betrokken te worden:
de begrotingen 1984 en 1985 van het schap zijn -en
worden- niet voorgedragen voor goedkeuring, dit
gezien de feitelijke financiële situatie van het
schap. Naar aanleiding van de indiening van de
begroting 1984 is door de staatssecretaris van
binnenlandse zaken verzocht een sanerings- en
dekkingsplan op te stellen. Daarbij diende
uitgegaan te worden van een maximale financiële
inspanning van de deelnemers (zie daarvoor onder
II.b.
Wij tekenen hier aan, dat het niet-opstellen van
een zodanig plan (en i.e. het niet-aanvaarden van
de thans voorgelegde saneringsregeling) leidt tot
het formeel niet-goedkeuren van de schapsbegro
ting, tot het onthouden van goedkeuring op de
begrotingswijzigingen van het schap, daarmede tot
de onmogelijkheid van het schap, de benodigde fi
nanciële middelen aan te trekken (voor de lopende
exploitatie en de aflossingsverplichtingen) waarna
via de afgegeven garantieverklaringen en de gemeen
schappelijke regeling de deelnemers voor de finan
ciële gevolgen kunnen worden aangesproken (in con-
creto zou dit voor Breda neerkomen op een aanspra
kelijkheid ter grootte van eenzesde deel van het
- 6 -