Bijlagenr .272
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij
burgemeester.
secretaris.
6
4.2. Ruimtelijke ordening en milieu
a. De groeistadfunctie van Breda o.a. nog 6000 woningen te bouwen
in de Haagse Beemden) lijkt beperkingen te gaan ondervinden van
een centrale op Moerdijk; ook de ontwikkeling van de zuidelijke
randstad heeft beperkingen van te vestigen centrales te verwachten.
b. Koelwaterscores zijn niet ongunstig voorgesteld gezien o.a.
ecologische waardevolle gebieden in de nabijheid.
Koeltorens zullen het ruimtelijk beeld negatief beïnvloeden.
c. Besmettingsmogelijkheden van drinkwateropslag in de Biesbosch
werken negatief t.o.v. een centrale op Moerdijk.
Uit oogpunt van ruimtelijke ordening en milieu bestaan er ernstige
bezwaren tegen een vestiging op Moerdijk.
4.3. Overige aspecten
a. De onderlinge beïnvloeding van de Shell-vestiging en kerncentrales
op Moerdijk is onvoldoende helder. Kan Shell bij grote problemen
in de centrale(s) tijdig maatregelen nemen om een accumulatie
van rampsituaties te voorkomen?
b. Een (gesloten) koelsysteem zal de kostrpijs voor geproduceerde
electriciteit verhogen, waardoor door het rijk verwachte maar
door velen betwijfelde) voordelen t.a.v. conventionele stroom
opwekking nog twijfelachtiger worden.
5. Algemeen
De argumentatie welke wordt gegeven om Moerdijk vanuit de 13 voorgeselecteerde
plaatsen in de laatste groep van 6 potentiële locaties op te nemen wordt
afgewezen.
Uitgangspunt als men al vóór gekozen heeft) dient te zijn dat locaties
geselecteerd worden, die gezien vanuit gezondheid, veiligheid, ruimtelijke
ordening e.a. het minst belastend zijn.
Het inbrengen van argumenten als verliezen op de huidige exploitatie van
potentiële terreinen mag nimmer selectie op wel relevante punten gaan
doorkruisen.
In het beleidsvoornemen wordt dit wel gedaan.
Daarnaast valt niet in te zien waarom aan een geselecteerde groep van
vijf potentiële locaties een zesde aanzienlijk slechtere moet worden toe
gevoegd omdat inspraak aanleiding kan geven voor het schrappen van de vijf
eerstgekozen locaties. Als inspraak die vijf minder slechte locaties op
relevante inhoudelijke gronden al zo negatief zou beoordelen dat ze ge
schrapt dienen te worden, hoeveel te meer zal dat dan niet gelden voor de
locatie Moerdijk.
H.S. van Asperen