- H - bij bijlage nr.289c Ten einde te bepalen of er van vermindering van schoolbegelei ding sprake is, zal de verleende schoolbegeleiding aan de ge meente over het jaar 1986 als maatstaf gelden. LOOPTIJD/BEEINDIGING Artikel 7 1. Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 1986 en geldt tot 31 december 1989. 2. Deze overeenkomst wordt geacht stilzwijgend telkens met een periode van vier jaren te zijn verlengd, tenzij deze over eenkomst bij aangetekend schrijven door één der partijen twaalf maanden voor het einde van enige periode is opgezegd. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid zal deze overeenkomst terstond worden beëindigd, indien de rijksbijdrage in de kosten van schoolbegeleiding om welke reden dan ook is beëindigd. Omtrent de wijze waarop de schoolbegeleiding alsdan al of niet zal worden voortgezet treden partijen met elkander in overleg. GESCHILLENREGELING Artikel 8 1. Alle geschillen - waaronder begrepen geschillen die slechts door een der partijen als zodanig worden aangemerkt - die tussen partijen mochten ontstaan uit of naar aanleiding van deze overeenkomst, zullen door de arbitragecommissie worden beslecht Van een geschil in de zin van dit artikel is eerst sprake nadat een der partijen - zulks bij aangetekend schrijven - aan de andere partij mededeelt, een en ander onder vermel ding van het concrete geschilpunt. 2. De arbitragecommissie zal worden gevormd uit drie personen van onbesproken reputatie. Elk van de partijen zal binnen drie weken nadat het in het eerste lid bedoelde schrijven is verzonden, één lid van de commissie benoemen. Het derde lid wordt binnen veertien dagen, nadat de eerste twee leden zijn benoemd, aangesteld door de door partijen benoemde leden van de commissie. Deze arbiters kiezen uit hun midden een voor zitter. 3. De arbiters stellen de procedure van behandeling vast, zulk met dien verstande dat zij binnen één maand na de datum van aanstelling van de laatste arbiter vonnis wijzen. Arbiters zijn zonodig bevoegd de periode van hun last te verlengen. M. De arbiters oordelen als goede mannen naar redelijkheid en billijkheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1488