aan de raad der
gemeente Breda
Fb/8516336
23-10-1985
Bijlage nr. 303
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot aanpassing van
een aantal belastingtarieven aan
de te verwachten algemene prijs
stijging voor het jaar 1986
In de vergadering van 23 mei 1985 heeft Uw raad de Kadernota
vastgesteld. Daarbij werd ingestemd met de in deze nota voorge
stelde behandeling en aangegeven dekking ten aanzien van knel
punten uit de h.u.g. I en h.u.g. Il-operaties
Verder werd onder meer besloten om als uitgangspunt ten behoeve
van de verdere voorbereiding van de begroting 1986 te beschou
wen het globaal financieel perspectief als opgenomen in bijlage
G van deze nota.
Ter uitvoering daarvan is in genoemde vergadering besloten de
tarieven van de secretarieleges, de precariorechten, de hinder
wetsleges en andere leges en de hondenbelasting te verhogen met
2%, overeenkomende met het verwachte prijsstijgingspercentage
voor 1986.
Met betrekking tot de onroerend-goedbelastingen is, ter oplos
sing van de financiële situatie waarvoor de gemeente zich ziet
geplaatst, besloten tot een extra verhoging van de tarieven en
wel
de tarieven van de belasting wegens feitelijk gebruik met 4,7%
en
de tarieven van de belasting wegens genot krachtens zakelijk
recht met 3»5%.
Als een andere maatregel ter oplossing van de financiële situa
tie is besloten tot een extra verhoging van de bouwleges met
15% tot een totale verhoging van 17%.
De behandeling van de begroting zal naar verwachting in de
maand december 1985 plaats kunnen vinden.
De in de Kadernota 1986 voorziene belastingmaatregelen stellen
wij nu reeds aan de orde. Wij zijn daartoe genoodzaakt onder
meer op grond van een circulaire van het Ministerie van Binnen
landse Zaken van 24 augustus 1981nr. Fb.8l/U626.
In deze circulaire wordt nogmaals aandacht gevestigd op het
rechtsbeginsel dat wetgevende maatregelen alleen voor de toe
komst behoren te gelden.