gemeente Breda De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 277 van de gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de verordening reinigingsrechten 1984: Artikel I riet bepaalde bij artikel 5, derde lid, onder a. en b. wordt geschrapt Artikel II In plaats daarvan wordt vastgesteld een nieuw artikel 5, derde lid, onder aen b. luidende: 3Huisvuildienst a. Voor het in de route van de vuilnisophaaldienst ophalen en afvoeren van vuilnis, aangeboden in door de gemeente goedge keurde plastic zakken tot een maximum van 6 zakken per ophaalbeurt of in één door de gemeente verstrekte minicon- tainer is een vergoeding verschuldigd van: 1. f 115,20 per jaar voor gebouwen en percelen, c.q. gedeel ten hiervan, ten aanzien waarvan ingevolge de Energie- en Waterverordening 1976, het elektriciteitsverbruik betrek king heeft op huishoudelijk gebruik; 2. f 230,40 per jaar voor gebouwen en percelen, c.q. gedeel ten hiervan, ten aanzien waarvan ingevolge de Energie- en Waterverordening 1976, het elektriciteitsverbruik betrek king heeft op gemengd verbruik, bedrijfsverbruik of ver bruik voor bijzondere doeleinden; 3. bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar bedraagt het te vorderen bedrag zoveel twaalfde gedeelten van de in artikel 5, lid 3, sub a. genoemde tarieven als overeengekomen met het na deze aan vang nog in het belastingjaar resterende aantal volle maanden 4. bij de beëindiging van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar bedraagt het te vorderen bedrag zoveel twaalfde gedeelten als overeengekomen met het vóór deze beëindiging in het belastingjaar verstreken aantal volle maanden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1582