bijl. nr. 323
- de landelijke invulling van het niet-meer-dan-anders begin
sel, mede als gevolg van verkregen inzichten in rendementen
van cv-installaties hebben geleid tot het U separaat aange
boden voorstel tot aanpassing van de tarieven voor stadsver
warming in 1986. In dit voorstel wordt aangegeven dat de in
vloed hiervan op het rapport prognose 1984 circa f 4,8 mil
joen (negatief) bedraagt.
Gezien deze ontwikkelingen, en het vele werk in acht nemend dat
gepaard gaat met het gedetailleerd opzetten en evalueren van
uitgangspunten voor een herziene prognose stellen wij U voor
ermede in te stemmen dat er in 1985 geen evaluatie van het vol
ledige stadsverwarmingsproject plaatsvindt aangezien deze
slechts op onderdelen van de prognose 1984 zou afwijken.
In het najaar van 1986 zal wel weer een nieuwe prognose worden
opgesteld. De aanbevelingen die in de prognose 1984 zijn gedaan
blijven onverkort.
Het resultaat van de beraadslaging in de commissie werken ligt
ter inzage.
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij burgemeester,
H.S. van Asperen
secretaris.
- 2 -