aan de raad der gemeente Breda OW/8518708 27-11-1985 Bijlage nr. 339 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied, begrensd door de Akkerstraat Achter de Lange Stallen, de Stalling straat en de achterzijde van de bebouwing van de Ginnekenstraat Op 6 oktober 1983 heeft uw raad besloten voor 2 jaar een voorbereidings besluit te nemen voor het gebied, begrensd door de Akkerstraat, Achter de Lange Stallen, de Stallingstraat en de achterzijde van de bebouwing van de Ginnekenstraat (oostzijde). Bij besluit van 9 november 1983 hebben Gedeputeerde Staten het besluit van uw raad van 6 oktober 1983 goedgekeurd. Het hiervoren genoemde terrein is nagenoeg geheel particulier eigendom. Onder meer voor dit gebied geldt de bebouwingsverordening Ginnekenstraat- Oude Vest e.o., vastgesteld door de raad op 24 maart 1955. Deze bebouwingsverordening geeft voor dit gebied aan de bestemming K, AK en AB, hetgeen impliceert, dat binnen dit gebied nagenoeg alle denkbare functies en bebouwing zijn toegestaan. In het door de raad in februari 1978 vastgesteld structuurplan voor de Binnenstad had dit gebied een expliciete bestemming gekregen, namelijk parkeerfunctie in de vorm van een parkeergarage, een bedieningsmogelijkheid aan de achterzijde van de Ginnekenstraat en de invulling van de functie wonen. In het door uw raad op 27 juni 1985 vastgestelde "structuurplan voor de Binnenstad: opnieuw bekeken voor de jaren 1985-1989" wordt voor het onderhavige gebied als toekomstige ontwikkeling aangegeven woonbebouwing en parkeerfunctie voor de bezoekers van de binnenstad met een mogelijke intensivering van de parkeerfunctie. Bij uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op het terrein Achter de Lange Stallen is woningbouw in grote mate op dit terrein niet meer mogelijk. Een winkelfunctie is op het onderhavige terrein gezien de gewenste structuur van de detailhandel in het stadscentrum niet gewenst. Aangezien er tussen de eigenaar van de grond en de gemeente duidelijk verschil van mening bestaat over de invulling van het terrein met betrekking tot de gedachte functie, is op korte termijn een afgerond bouwplan niet te verwachten. Teneinde te voorkomen, dat op basis van de vigerende bebouwingsverordening particuliere ontwikkelingen in dit gebied plaatsvinden in strijd met de toekomstige in het structuurplan vastgelegde functies en als gevolg hiervan de toekomstige stedebouwkundige inrichtingmogelijkheden worden beperkt c.q. bemoeilijkt, achten wij het wenselijk, dat voor het onderhavige gebied opnieuw een voorbereidingsbesluit wordt genomen als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1713