bij bijlage nr. 10 III Artikel 5 Bij de berekening van het voorlopig vast te stellen maximum subsidiebedrag per W-groep, wordt de navolgende methodiek gehanteerd: a. uit het in artikel 4, tweede lid, sub a., bedoelde budget wordt een bedrag beschik baar gesteld, gerelateerd aan de blijkens de door burgemeester en wethouders goedge keurde begroting van de W-groep te verwachten kosten van huur en energie; b. uit het in artikel 4, tweede lid, sub b., bedoelde budget wordt een voor elke W-groep gelijkzijnd bedrag beschikbaar gesteld; c. uit de helft van het in artikel 4, tweede lid, sub c., bedoelde budget wordt een voor elke W-groep gelijkzijnd bedrag beschikbaar gesteld d. uit de overblijvende helft van het in artikel 4, tweede lid, sub c., bedoelde budget wordt een bedrag beschikbaar gesteld, gerelateerd aan de R.W.W.- en W.W.V.-uitkeringsdichtheid in het werkgebied van de W-groep per 1 oktober voorafgaande aan het werkjaar, volgens de ge- gegevens van de gemeentelijke sociografische dienst e. uit het in artikel 4, tweede lid, sub d., bedoelde budget wordt een bedrag beschikbaar gesteld in daarvoor naar het oordeel van bur gemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen -artikel 6 W-groepen, waaraar. in het werkjaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling reeds gemeen telijke subsidie werd verleend, worden voor de toe passing van ceze regeling geacht erkend te zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel voor eer- periode van maximaal één jaar na inwerkingtreding van deze regeling. artikel 7 1 Deze regeling kar. worden aangehaald ais "Subsi dieregeling W-groepen" 2. Deze regeling treedt in werking met ingang var. 1 januari 1915.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 181