IIIte bepalen dat:
a. de garantieverlening, bedoeld onder II., geschiedt
onder de voorwaarden en bepalingen welke door de rijks
overheid als eis worden gesteld om in aanmerking te
komen voor deelneming van het rijk in het verlies, dat
voor de gemeente uit de garantieverlening eventueel
voortvloeit
b. daarenboven aan de garantieverlening, bedoeld onder
II., de voorwaarde wordt verbonden dat deze slechts
geldt in gevallen, waarin het rijk deelneemt in het
verlies, dat voor de gemeente uit de garantieverlening
eventueel voortvloeit;
c. aan burgemeester en wethouders wordt overgelaten om de
gevallen te bepalen waarin het besluit, bedoeld onder
II., toepassing vindt;
d. burgemeester en wethouders:
1slechts die gevallen voor toepassing van het be
sluit, bedoeld onder II., in aanmerking kunnen bren
gen, waarin deelneming van het rijk in het verlies,
dat voor de gemeente uit de garantieverlening even
tueel voortvloeit, mogelijk is;
2. in hun besluitvorming omtrent het al dan niet van
toepassing verklaren van het besluit, bedoeld onder
II., zich in beginsel laten leiden door het ter zake
uitgebrachte advies van een door de minister toege
laten bemiddelend orgaan, als bedoeld in artikel 69,
eerste lid, van de Woningwet;
e. burgemeester en wethouders, in het belang van de beper
king van de financiële risico's van de gemeente en van
de begunstigde, en met inachtneming van het belang van
de volkshuisvesting, voorwaarden kunnen verbinden aan
hun besluit tot van toepassingverklaring van het be
sluit, bedoeld onder II.;
f. burgemeester en wethouders hun besluiten tot van toe
passing verklaring van het besluit, bedoeld onder II.,
zo spoedig mogelijk ter kennis brengen van de commis
sie Middelen en Milieu;
g. burgemeester en wethouders hun besluiten tot van toe
passing verklaring van het besluit, bedoeld onder II.,
zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken
mededelen aan de minister, zulks ter verkrijging van de
deelneming van het rijk in het verlies, dat voor de
gemeente uit de garantieverlening eventueel voort
vloeit, alsmede aan het college van gedeputeerde sta
ten van Noord-Brabant, zulks mede ter voldoening aan
het bepaalde in artikel 65, eerste lid, van de Woning
wet
- 2 -
bij bijlage nr. 25