bij bijl.nr. 26 II (gewijz) - 5 - 3. De arbitragecommissie zal worden gevormd uit drie personen van onbesproken reputatie, die als volgt worden aangewezen binnen dertig dagen na de dagtekening van het hiervoor bedoelde aangetekende schrijven: - één arbiter, door de dagelijkse besturen van elk der partijen; - één arbiter, door de twee aangewezen arbiters en wel binnen veertien dagen nadat dezen hun aanwijzing tot arbiter hebben aanvaard en schriftelijk aan alle partijen hebben bevestigd. De arbiters kiezen uit hun midden een voorzitter. 4. De arbiters stellen de procedure van behandeling van het geschil vast en delen deze schriftelijk aan partijen mede, een en ander met dien verstande, dat zij binnen zes maanden na de datum van aanwijzing van de laatste arbiter vonnis zullen wijzen. De arbiters zijn bevoegd deze periode - bij voorkeur voor een periode van niet langer dan drie maanden - te verlengen. De partijen worden alsdan hiervan door de arbiters schriftelijk in kennis gesteld. 5. De arbiters oordelen naar redelijkheid en billijkheid. 6. Bij de beslissing van het geschil wordt door de arbiters tevens vastgesteld het bedrag der kosten op het geding vallend, alsmede door welke van de partijen die kosten geheel of gedeeltelijk moeten worden gedragen. Arbiters zijn bevoegd om onder het geding vallende kosten te begrijpen een door hen billijk geachte tegemoetkoming van de ene partij aan de andere partij èn de kosten van bijstand in de procedure. 7. Partijen verplichten zich het vonnis van de arbiters als voor hen bindend te zullen aanvaarden. Artikel 10 Beëindiging overeenkomst 1. Deze overeenkomst eindigt indien en zodra - om welke reden dan ook - de Woonruimtewet 1947 niet meer van toepassing zal zijn op Breda. Bij een vervangende wettelijke regeling treden partijen opnieuw in overleg. 2. Indien één partij dit wenst of wanneer beide partijen dit wensen zullen partijen met elkaar in overleg treden om te komen tot een wijziging of beëindiging van deze overeenkomst anders dan uit hoofde als bedoeld in lid 1. 3. Bij toepassing van lid 1 geldt de volgende financiële regeling: de gemeente neemt voor haar rekening: a. eventuele kosten van afvloeiingsregelingen, ofwel draagt zorg voor vervangende werkgelegenheid voor het ingevolge de overeenkomst voor onbepaalde tijd in dienst genomen personeel danwel andere personeelskosten als gevolg van deze overeen komst b. de kosten verbonden aan de ontruiming van Keizerstraat 46 (voorzover nodig) en het weer bewoonbaar maken daarvan; c. de verplichtingen die de stichting overigens op zich genomen heeft die een direct gevolg zijn van het sluiten van en het voldoen aan deze overeenkomst;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 242