gemeente Breda bij bijlage nr. 30 De raad van de gemeente Breda; gezien het beroepschrift d.d. 3 december 1984, ingekomen 5 december 1984, van Mr. C.J. Verpaalen, Mauritsstraat 30, 4811 ER Breda, tegen de aan schrijving ex artikel 25 van de Woningwet d.d. 15 november 1984, verzonden op 21 november 1984, van burgemeester en wethouders met betrekking tot de woning Burgemeester Buijsenstraat 37; overwegende, dat het beroepschrift tijdig binnen de in artikel 30, eerste lid van de Woningwet bepaalde termijn is ingekomen; dat appellant derhalve in zijn beroep ontvankelijk dient te worden ver klaard; dat de woning Burgemeester Buijsenstraat 37 zodanige gebreken vertoont, dat de eigenaresse, mevrouw D.M.H. Magermans-Glansbeek aangeschreven is tot het treffen van de noodzakelijke voorzieningen; dat deze aanschrijving is gebaseerd op artikel 25 van de Woningwet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van en met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 30, eerste lid van de Woningwet en de artikelen 389 en 390 van de Bouwverordening 1978; besluit: het beroep van Mr. C.J. Verpaalen tegen de aanschrijving ex artikel 25 van de Woningwet inzake de woning Burgemeester Buijsenstraat 37 ongegrond te verklaren. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd, voorzitter secretaris Wij wijzen u erop, dat voor u op grond van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen de mogelijkheid bestaat tegen dit besluit een gemoti veerd beroepschrift in te dienen bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State te 1s-Gravenhage binnen 30 dagen na verzending ervan. Hiervoor is een algemeen recht verschuldigd van 90,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 262