-11-
b. de jaarlijkse bekendmaking van de bedragen welke beschikbaar zijn
voor de verschillende sectoren van de samenleving, waaronder in
elk geval de bewoners van huur- en eigen woningen en in het bijzonder
ten behoeve van de versterking van de positie van de woonconsumenten,
het bedrijfsleven en de sociale en culturele instellingen.
Uit deze bepaling kan het volgende worden afgeleid:
elke gemeenteraad dient een subsidieverordening stadsvernieuwing vast
te stellen. Aan derden kan geen subsidie worden verstrekt zonder ver
ordening;
jaarlijks dient bekend gemaakt te worden, wat er aan middelen voor sub
sidiëring in het betreffende jaar beschikbaar is. Dit wordt het zogenaamde
"volumebesluit" genoemd. Tevens dient te worden aangegeven, hoeveel elk
van de in bovenvermelde bepaling genoemde sectoren van de samenleving
van dat bedrag zal ontvangen. Dit heet het "verdelingsbesluit".
Opgemerkt wordt, dat uw raad niet verplicht is een bedrag ter beschikking
te stellen voor subsidieverlening. Evenmin is het verplicht elke genoemde
sector te bedenken. "Nulbesluiten" zijn toegestaan.
De gemeenten zijn ook niet gebonden aan de criteria van de specifieke
rijksregelingen, die zijn vervallen, wanneer besloten wordt tot steun
verlening aan een bepaalde sector.
Als eenmaal besloten wordt tot steunverlening aan een bepaalde sector,
dan zijn daarmee jegens deze sector zekere verwachtingen gewekt en
globale aanspraken gecreëerd, die tussentijds niet mogen worden aangetast.
Verlaging van een eenmaal in een bepaald jaar beschikbaar gesteld bedrag
is dan ook in principe niet toegestaan, tenzij kan worden aangenomen,
dat voor die sector aan het eind van het jaar gelden zullen resteren.
In het hierna volgende zullen wij ingaan op:
het volume- en verdelingsbesluit;
de subsidieverordening stadsvernieuwing.
b. Volume- en verdelingsbesluit
Van belang is in eerste instantie aan te geven, welke sectoren van de samen
leving in aanmerking komen voor steunverlening.
De Wet verlangt dat expliciet en tevens, welke bedragen dan beschikbaar dienen
te worden gesteld.
In de Wet zijn de volgende sectoren genoemd:
de bewoners van huurwoningen;
- de bewoners van eigen woningen;
het bedrijfsleven;
de sociale en culturele instellingen.
Deze opsomming is niet limitatief. De gemeenten zijn vrij de steunverlening
aan derden uit te breiden, als het maar in het belang van de stadsvernieuwing
is. Per 1 januari 1985 vervallen namelijk meer rijksregelingen, die specifiek
op steunverlening aan derden gericht zijn, bijvoorbeeld de restauratie van
woonhuismonumenten, ondersteuning van bewoners, contactpersonen bij stads
vernieuwingsgebieden.
Over de in de Wet genoemde sectoren merken wij het volgende op:
Bewoners van huurwoningen
Voor de bewoners van huurwoningen is (nog) geen subsidieregeling in de ver
ordening opgenomen, omdat een nieuwe verbeteringsregeling voor particuliere
huurwoningen op rijksniveau in voorbereiding is. Het is thans niet goed
mogelijk te bepalen, welke vorm van huurderssteun wenselijk kan zijn.