bi j1nr40 kritische opstelling ten opzichte van het Stadsgewest. Van hieruit ontstonden onze verlangens om op te komen voor een betere positie van Breda in het Stadsgewest. Hierop komen wij nog nader terug. OVERLEG Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest heeft vanaf het begin positief gereageerd op ons verzoek om tot een fun damentele bezinning over te gaan. Van die kant is ons steeds ook alle ruimte geboden om uiting te geven aan onze opvattin gen en denkbeelden, ook al werden die niet onmiddellijk gedeeld Het overleg heeft oorspronkelijk plaatsgevonden via verschil lende gesprekken tussen de delegaties vanuit het dagelijks bestuur en ons college. Daarnaast heeft er een uitvoerige briefwisseling plaatsgehad. In een later stadium van het overleg zijn de besprekingen gevoerd tussen alle leden van het dagelijks bestuur en ons college. Wij willen U niet onthouden, dat wij het dagelijks bestuur erkentelijk zijn voor de wijze waarop en de open sfeer waarin het overleg steeds heeft kunnen plaatsvinden. 3VERLOOP Zoals wij U in onze brief van 10 december 1984 hebben bericht, hebben wij U vanaf toen ter zake volledig opening van zaken geboden. Alle voorhanden zijnde schriftelijke informatie in de vorm van besprekingsverslagen, de gevoerde briefwisseling en ook de aan ons uitgebrachte ambtelijke adviezen zijn vanaf toen integraal voor U vertrouwelijk ter visie gelegd. Dit is ook thans nog het geval. Wij menen, dat U zich hiermee een volledig beeld zou kunnen vormen van het verloop van het overleg en de daarbij over en weer ingenomen standpunten. Van het hierop nog eens uitvoerig terugkomen in dit voorstel hebben wij dan ook afgezien. 4PROCES Wanneer wij op dit moment de periode van het overleg nog eens aan ons voorbij laten gaan, dan komen wij tot de con clusie, dat er uiteindelijk toch een proces op gang is geko men waarin gaandeweg meer begrip voor eikaars positie en ver antwoordelijkheden is ontstaan, ondanks de nogal uiteenlopen de standpunten. Deze verschillende opvattingen hebben ons echter mede uit solidariteitsoverwegingen met de andere in het Stadsgewest participerende gemeenten, nimmer tot het oordeel gebracht om de samenwerking in het stadsgewestelijk verband dan maar te beëindigen. Wij hebben steeds vastgehou- - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 293