bij1nr40 kelijk werd voorgesteld, bevordert de slagvaardigheid van het functioneren en bovendien wordt de als gevolg hiervan ont stane (extra) belasting voor de hierbij betrokken gemeen telijke vertegenwoordigers gereduceerd tot dit aantal. Bij de verdere invulling van dit aantal gaat bij een dagelijks bestuur met in totaal 7 leden onze voorkeur uit naar een aanwijzing van 6 leden uit Uw raad (raadsleden) en 2 vanuit het college van burgemeester en wethouders, of bij 9 d.b.-leden, naar 5 leden uit Uw raad en 3 vanuit het college De Bredase gewestraadsleden verkrijgen in de gewestraad een drievoudig stemrecht, met derhalve in totaal 24 stemmen. Het totaal aantal leden van de gewestraad daalt hiermee naar 53. 2.3. Voorzitter Naar onze mening kan worden volstaan met het handhaven van de thans geldende bepaling in de regeling (artikel 20, eerste lid): de voorzitter wordt door en uit de gewestraad gekozen; hij is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. In het geval dan vanuit Breda de burgemeester wordt aangewezen tot lid van de gewestraad, kan deze vervolgens door en uit de gewestraad tot voorzitter worden gekozen. Het aldus ingevulde voorzitterschap mag echter geen extra beperkingen tot gevolg hebben voor het aantal verdere aan wijzingen van leden vanuit Breda. Het zwaartepunt bij het functioneren van de voorzitter zal immers vooral neerkomen op de uitoefening van het voorzitterschap en deze is dan in die hoedanigheid minder als gemeentelijke vertegenwoordiger aan te merken. 2.4. Dagelijks bestuur Volgens onze inzichten zou een dagelijks bestuur van 7 leden ruim voldoende moeten worden geacht voor de vervulling van de aan dit bestuur toekomende taken. Binnen dit aantal kan zeker tot een behoorlijke portefeuilleverdeling worden gekomen. Ook hierbij geldt, dat een niet te omvangrijk be stuur het doelmatig functioneren ervan zal bevorderen. De 11e wijziging gaat ook uit van de 7 d.b.-leden. Op basis van onze eerder genoemde uitgangspunten met betrekking tot het bepalen van het aantal gemeentelijke vertegenwoordigers, menen wij, dat Breda bij dit aantal zeker aanspraak mag doen gelden op 2 d.b.-leden. In het geval de gewestraad niettemin voor 9 d.b.-leden kiest, opteren wij voor 3 d.b.-leden vanuit Breda. Ter ondersteuning van deze opties wijzen wij bovendien nog op onze met betrekking tot de vervulling van het voorzitterschap, gemaakte opmerkingen. 2.5. Bestuurcommissie Tijdens het gevoerde overleg is afgesproken, dat met betrek king tot elke bestuurscommissie additioneel een kwaliteits zetel voor de portefeuillehouder uit Breda zal worden toe gekend. Wel vragen wij ons nog af of er inderdaad voor alle drie de uitvoerende taken een bestuurscommissie dient te worden gehandhaafd. Naast het dagelijks bestuur functioneren - 6 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 297