bijl.nr. 40
3. WIJZIGING TAAKOMSCHRIJVING
3.1. Pré-ambule
Met de voorgestelde aanpassing van de pré-ambule gaan wij
akkoord
3.2. Omschrijving taakvelden
Naast de bestuursstructuur is dit inhoudelijk gezien het
meest essentiële punt, dat tijdens het overleg voor ons
steeds centraal heeft gestaan. De betekenis hiervan over
stijgt voor ons het belang van de structuur. De structuur
kan als een afgeleide van de taakstelling van het
Stadsgewest worden gezien.
Wij richten ons primair op de tweede en de derde alinea van
dit onderdeel. Tijdens onze laatste bespreking met het
dagelijks bestuur op 23 januari 1985 hebben wij aangeboden
een formulering aan te leveren, inhoudende onze zienswijze
met betrekking tot de functie van het Stadsgewest voor zover
dit niet betreft de uitvoeringstaken. Wij constateren thans,
dat de door ons ter uitvoering van dat aanbod ingezonden for
mulering in het geheel is terug te vinden in de voorstellen
van het dagelijks bestuur. Uit deze voorstellen lichten wij
in samenvattende zin de volgende elementen:
a. het vanuit een gemeenschappelijke visie functioneren als
platform voor bestuurlijk overleg vanwege de deelnemende
gemeenten
b. het overleg is gericht op het ten behoeve van door de
besturen van die gemeenten te behartigen belangen op
genoemde beleidsterreinen;
c. het Stadsgewest erkent de functie van elke te onderschei
den gemeente zoals die is of wordt vastgelegd in het
rijks- of het provinciaal beleid, waarbij vervolgens ook
de centrum- en de groeistadfunctie van de gemeente Breda
met name worden genoemd;
d. indien vanuit die gemeenschappelijke visie nadere taken
op stadsgewestelijk niveau dienen te worden verricht,
dient daarvoor eerst de stadsgewestregeling te worden
gewijzigd
Overeenkomstig de tijdens het overleg gemaakte afspraken
gaan wij er hierbij vanuit, dat bij de uitwerking van de
voorstellen deze formulering integraal in de stadsgewest
regeling zal worden opgenomen in de plaats van alle daarin
thans opgenomen ordenings- en planningstakendan wel,
anders gezegd, dat alsdan de op al deze taken betrekking
hebbende tekst uit de geldende regeling zal worden ge
schrapt. Hiermee willen wij overigens niet uitsluiten, dat
één of meer van deze taken in de toekomst daarin mogelijk
wel weer zouden kunnen worden opgenomen met de daarbij
behorende uitvoeringsbevoegdheden.
Wanneer wij met betrekking tot dit onderdeel thans
terugkijken naar de door ons ingenomen uitgangspositie aan
het begin van het overleg halverwege het vorige jaar dan
stemt ons vooral dit resultaat tot tevredenheid, gelet op