bijl.nr. 40
riteit met de andere gemeenten binnen het Stadsgewest Breda,
in constructieve zin zal kunnen worden bijgedragen. Wij gaan
er hierbij nog wel vanuit en wij spreken onze verwachting
erin uit, dat bij het Stadsgewest nog naar wegen zal worden
gezocht én gevonden om ook met betrekking tot enkele van de
hiervoor genoemde onderdelen nadrukkelijk rekening te houden
met de daarbij aangegeven voorkeur, ten einde ook ten
aanzien daarvan nog recht te doen aan de positie van de ge
meente Breda. Eerst dan zullen wij afsluitend kunnen
concluderen en naar wij aannemen met instemming van het dage
lijks bestuur van het Stadsgewest, dat het gevoerde overleg
met een overwegend positief saldo in het belang van de
gehele regio is afgesloten.
9VOORSTEL
Resumerend stellen wij U tenslotte voor om met inachtneming
van onze voormelde kanttekeningen in principe in te stemmen
met de thans voorliggende voorstellen, aangevende de resul
taten van het door ons college gevoerde overleg met het
dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda over de positie
van de gemeente Breda in het Stadsgewest, zulks in
afwachting van de nadere uitwerkingsvoorstellenEen ontwerp
besluit is bijgevoegd. Dit besluit zullen wij na Uw bekrach
tiging toezenden aan de gewestraad ten behoeve van zijn op
1 maart aanstaande te houden vergadering.
Met dit voorstel komen wij tegemoet aan het unaniem door de
commissie Algemene Zaken in haar vergadering van 31 januari
jl. gegeven advies om een uitspraak in dit verband aan Uw
raad te vragen alvorens de gewestraad tot besluitvorming
hieromtrent zal overgaan. Wij zijn bovendien van mening, dat
de inhoud van dit voorstel op hoofdlijnen correspondeert met
de tijdens die vergadering door de commissieleden gemaakte
inhoudelijke opmerkingen. Daarom hebben wij geoordeeld om
mede gelet op de krappe tijdsruimte, dit voorstel niet nog
eens ter advisering aan deze commissie voor te leggen in een
te houden extra vergadering van de commissie Algemene Zaken.
Op enkele onderdelen heeft er bovendien nog een terug
koppeling via de fractievoorzitters naar de raadsfracties
plaat sgehad
Ter afsluiting merken wij nog op, dat in het onderdeel
"5. PROCEDURE" in de voorstellen, het dagelijks bestuur als
zijn voorkeur uitspreekt om de wijziging van de stadsgewest
regeling overeenkomstig de nog te verwachten uitwerkings
voorstellen te laten ingaan met ingang van de nieuwe zit
tingsperiode 1986-1990.
- 10 -