aan de raad der
gemeente Breda
OW/8501966
6 februari 1985
Bijlage nr. 42
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het beschikbaar
stellen van een tweetal
kredieten van 6.990.000,
(incl. B.T.W.) en 280.000,
(excl. B.T.W.) voor respec
tievelijk het aanbrengen van
een (druk)riolering en gasvoor-
ziening in een groot deel van
het buitengebied.
Aanleg riolering in het buitengebied
De meeste woningen en bedrijven in het buitengebied van Breda zijn nog niet
op een rioleringsstelsel aangesloten. Meestal wordt het afvalwater recht
streeks of via overstorten van sterfputten en septictanks op sloten geloosd.
Bij enige concentratie van bebouwing geeft dit al gauw een zware milieu
belasting en aantasting van het oppervlaktewater en het grondwater.
Het landelijk milieubeleid, zoals neergelegd in de wet Verontreiniging
Oppervlaktewater en de in ontwerp zijnde wet Verontreiniging Grondwater, is
er dan ook op gericht om een niveau van tenminste 95% aangesloten woningen
op het rioleringsstelsel te bereiken. Het Hoogheemraadschap West-Brabant
streeft er naar om in haar beheersgebied binnen 10 jaar alle ongewenste
rechtstreekse lozingen op het oppervlakte- en grondwater te voorkomen. Dat
houdt in dat mensen in het buitengebied of al het afvalwater moeten opvangen
in sterfputten die vaak geledigd zullen moeten worden-of zelf tot voldoende
zuivering moeten overgaan voordat het redelijk gezuiverd afvalwater op
sloten geloosd mag worden,-of aangesloten moeten zijn op een gemeentelijk
rioleringsstelsel
In het stedelijk gebied wordt via het rioleringsstelsel zowel het vuilwater
als het regenwater afgevoerd. Hiervoor zijn grote en vaak diep liggende
riolen en zéér grote rioolgemalen nodig om al dit water af te voeren naar
de rioolwaterzuivering. Een dergelijk systeem aanbrengen in een buitengebied
zou enorm kostbaar zijn maar ook niet nodig omdat het regenwater zonder
bezwaar wel rechtstreeks op de sloten geloosd kan worden. Het afvoeren van
alleen het vuilwater kan op een veel voordeliger manier plaatsvinden door
per pand of per groepje panden het vuilwater te verzamelen en door middel
van een perspomp in een vrij kleine en niet diep gelegen hoofd-persleiding
te persen, die het vuilwater dan afvoert naar het bestaande stedelijk
rioleringsstelsel.
Omdat het wel of niet in grote getale aanwezig zijn van ongerioleerde panden
meestal terug te voeren is op langdurig gegroeide historische omstandigheden
heeft het rijk, met de bedoeling om alle gemeenten ten opzichte van de
eerste aanleg van riolering in een gelijke startpositie te brengen de doel
uitkeringsregeling "verfijning riolering" in het leven geroepen. Voor elke
aansluiting ontvangt de gemeente een jaarlijkse vergoeding gedurende 25 jaar
gebaseerd op een totaal investering van 10.500,en uitgekeerd op basis
van 25 jaar annuïteit en het geldend rentepercentage (nu 8,6%). Dit komt
jaarlijks neer op uitkering van 1.050,per aangesloten pand.
Uitgaande van deze rijksuitkering is bij 90-a 95% aansluiting van de panden
in het buitengebied een rendabel rioolsysteem aan te leggen.