gemeente Breda
bij bijlage nr. 1 A
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders:
overwegende, dat op grond van het bepaalde in artikel 55 bis,
lid 1 van de Lager-onderwijswet 1920 moet worden bepaald het
bedrag, dat per leerling voor gewoon lager onderwijs voor het
jaar 1985 beschikbaar wordt gesteld:
dat als maatstaf geldt het bedrag, dat in 1985 beschikbaar
wordt gesteld ter bestrijding van de kosten van de openbare
scholen voor gewoon lager onderwijs;
dat bij de vaststelling van dit bedrag geen rekening wordt
gehouden met de scholen, ten aanzien waarvan de raad gelijk
tijdig het artikel 55 quater van de wet bedoelde verzoek tot de
minister van onderwijs en wetenschappen richt;
dat bij zijn tot op heden genomen besluit de minister van
onderwijs en wetenschappen is verzocht om toepassing van
artikel 55 quater van de Lager-onderwijswet 1920 voor het jaar
1985 ten behoeve van de openbare g1o-school Molstraat,
aangezien deze school ten gevolge van het aantal leerlingen in
bijzondere omstandigheden verkeert;
dat in verband hiermede als grondslag voor de berekening van
het bedrag per leerling voor het g.l.o. dient te worden geno
men de beschikbaar gestelde bedragen ter bestrijding van de
kosten van de navolgende openbare scholen:
a. g1o-school Heusdenhout, Kapelstraat 15;
b. g 1o-school De Haeghe, Doelen 9;
c. g1o-school Robert Schuman, Meerhoutstraat 2 bis;
d. g1o-school De Regenboog, Raaimoeren 17;
e. g1o -school Kesteren, Kesterenpad 6;
dat de kosten van genoemde vijf openbare scholen voor gewoon
lager onderwijs alsvolgt kunnen worden geraamd:
1
onderzoek sollicitanten
f 1.250
2.
instandhouding schoolgebouwen
- 57.903
3.
geringe en dagelijkse reparaties
2.277
4
onderhoud meubilair
1.513
5.
leer- en hulpmiddelen
66.528
6.
verlichting, verwarming en schoon
houden
- 159.992
7.
bibliotheken
2.351