aan de raad der
gemeente Breda
K/8502354
13-2-1985
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot beëindiging van de
gemeenschappelijke regeling in
zake subsidiëring van de stich
ting Het Brabants Orkest.
Met ingang van 1 januari 1985 is het toneel- en orkestenbestel
herzien. Met deze herziening komt een einde aan de koppelsubsi
dies van beroepsgezelschappen, waarbij een gezelschap met meer
dan één subsidiënt te maken had. In het nieuwe bestel is uit
gangspunt dat het rijk verantwoordelijk is voor de instandhou
ding van gezelschappen, de provincies voor de spreiding en de
gemeenten voor de afname. Het zal U duidelijk zijn dat er een
samenhang is tussen deze drie verantwoordelijkheden en dat
afstemming daarbij noodzakelijk is. De herstructurering gaat ge
paard met belangrijke geldverschuivingen van de lagere overhe
den naar het rijk 56 miljoen. Een gedeelte van deze gelden
wordt weer doorgesluisd naar de provincies om deze in staat te
stellen spreiding van kunst en cultuur in de provincie te be
vorderen. Aan de provincie Noord-Brabant is hiervoor
f 2.900.000,-- toegekend (1985).
Er zijn op dit moment nog een groot aantal onbekenden met
betrekking tot het nieuwe bestel, bvde mogelijkheden en voor
waarden van afname. Hierover en ook over de financiële conse
quenties voor onze gemeente komen wij separaat met een pread
vies. In dit voorstel beperken wij ons verder tot een van de
consequenties van de herstructurering: de beëindiging van de
subsidiëring van de stichting Het Brabants Orkest.
In Uw vergadering van 29 juni 1982 (bijlage nr. 254) hebt U
besloten de met het provinciaal bestuur van Noord-Brabant en de
gemeentebesturen aangegane gemeenschappelijke regeling, zoals
vastgesteld krachtens raadsbesluit van 23 augustus 1979 en ge
wijzigd 12 februari 1981te verlengen ten aanzien van de subsi
diëring van Het Brabants Orkest, gedurende een termijn van drie
boekjaren met ingang van 1 september 1983» met de bepaling dat
indien een reorganisatie van het landelijk orkestenbestel wordt
doorgevoerd, dit besluit wordt herzien. Dit laatste is het
geval door overname van de subsidiëring van het orkest door het
rijk per 1 januari 1985.
In overleg met de overige subsidiënten is afgesproken thans aan
U het besluit voor te leggen de gemeenschappelijke regeling in
zake subsidiëring van het Brabants Orkest per 31 december 1984
te beëindigen. Op formele gronden wordt dit in het besluit als
Bijlage nr. 61