gemeente Breda
De raad van de gemeente Breda;
overwegende, dat op 1 januari 1985 de Wet op de stads- en dorpsver
nieuwing in werking is getreden;
dat ingevolge deze inwerkingtreding besluiten dienen te worden genomen
met betrekking tot de stadsvernieuwing;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en de
artikelen 167, 170 en 245a van de gemeentewet;
besluit
1. vast te stellen het meerjarenplan stadsvernieuwing 1985-1989;
2. a. in te stellen een fonds stadsvernieuwing, bestaande uit een
fonds, gevormd door de doeluitkering en een gemeentelijk
fonds onder intrekking van het bestaande fonds stadsver
nieuwing;
b. te bepalen, dat het fonds stadsvernieuwing wordt opgenomen
op de begroting van de dienst openbare werken;
3. te bepalen, dat de declaraties "verbetering woonomgeving" en
"wisselwoningen" ter grootte van 1.270.000,respectievelijk
649.200,ten laste gebracht worden van het fonds stadsver
nieuwing, overeenkomstig de begrotingswijziging van de dienst
openbare werken;
4. a. van de "Verordening geldelijke steun verbetering parti
culiere woningen", vastgesteld op 13 mei 1982 (bijlage
nummer 143), in te trekken de hoofdstukken I, II met uit
zondering van afdeling III, III t/m V;
b. vast te stellen de "Subsidieverordening stadsvernieuwing" en
ter uitvoering daarvan:
vast te stellen het overzicht van voorzieningen als
bedoeld in artikel 24 van die verordening;
aan te wijzen als stadsvernieuwingsstimuleringsgebieden
als bedoeld in artikel 25 van die verordening, die
delen van de gemeente, die zijn aangegeven op de bij
dit voorstel behorende tekening (bijlage D)
5. ten laste van het fonds stadsvernieuwing maximaal 1.495.000,
beschikbaar te stellen aan natuurlijke en rechtspersonen in het
belang van de stadsvernieuwing en daartoe overeenkomstig de
begrotingswijziging van de dienst openbare werken de volgende
kredieten te voteren ten behoeve van:
a. de bewoners van eigen woningen
(hoofdstuk II van de subsidieverordening)
b. de eigenaren van monumenten en beeld
bepalende panden (hoofdstuk II van de
subsidieverordening)
c. de eigenaren van combinatiepanden
(artikel 29 van de subsidieverordening)
d. de sociale en culturele instellingen
1.100.000,—
280.000,—
100.000,—
15.000,—