- 2 - bijl.nr. 82 3. Kosten huismeesters: waar dit instituut voorkomt wordt hiervoor door de bewoners 6,50 per maand - en dat is minder dan 70% van de kosten - betaald. De kosten zijn evenwel afhankelijk van de grootte van het complex (aantal woningen per huismeester)Voor de bewoners is het van belang dat inzicht verschaft wordt in de aard van de werkzaamheden van de huismeester, waarbij moet worden aangegeven welk deel daarvan wordt verricht ten behoeve van de verhuurder en welk deel ten behoeve van de huurders. De taakomschrijving van de huismeesters staat momenteel ter discussie. Op korte termijn zal hierin duidelijkheid worden gebracht. Gezien deze situatie wordt voorgesteld de huidige positieve en negatieve saldi te compenseren en het resultaat ten laste of en ten bate van het saldo van vóór 1979 te brengen. 4. Stookkosten: om voor de hand liggende redenen dient terzake tot terug- c.q. bijbetaling van in rekening gebrachte voorschotten te worden overgegaan. 5. Schoonhouden trappenhallen: daar de kosten tevoren niet exact zijn te bepalen dient eveneens verrekening van de in rekening gebrachte bedragen plaats te vinden. 6. Schoonhouden vuilstortkokersidem. 7. Meerverbruik water: idem. 8. Stroomverbruik algemeen: idem. 9. Glasverzekering: in principe verrekenen met de bewoners met de aanteke ning dat de van dezen te ontvangen bijdragen gelijk zullen zijn aan de premies Hierbij dient echter een tweetal beperkingen in acht te worden genomen, te weten a. Voor bedragen kleiner dan 25,zal geen verrekening plaatsvinden, doch deze zullen bij de volgende afrekeningsperiode worden betrokken. b. In principe geldt dat als vergoeding voor de administratiekosten die voortvloeien uit de levering van goederen en diensten aan en voor rekening van de huurders, 5% van alle bovenvermelde kosten in rekening zal worden gebracht, uitgezonderd van de stookkosten waarvoor een percentage van 2 wordt gehanteerd. Daarenboven wordt nog 2% als vergoeding voor het risico van derving van de vergoedingen voor bijkomende kosten wegens tijdelijke leegstand en/of wanbetaling opgelegd. Hierop wordt voor wat betreft de periode 1979/1983 een uitzondering gemaakt ten aanzien van het complex 528 etagewoningen. Dit is het enige complex waarvoor voorschotten terzake van stookkosten worden geheven. Ter verkrijging van vergelijkbare bedragen wegens vergoedingen met de andere complexen ware deze voor de stookkosten en de risicodekking op respectievelijk 1% en te stellen. Niettemin resul teert daaruit toch nog een bijbetaling door de bewoners van 249,13. Vervolgens moet nog een bestemming worden gegeven aan de vóór 1979 gevormde fondsen. Deze zou in onderstaande volgorde kunnen worden gerealiseerd: - verrekenen met de negatieve fondsen van na 1979; in overleg met de bewoners aanbrengen van verbeteringen en/of verfraaiingen aan de woningen of flatgebouwen die anders met een huurverhoging gepaard zouden gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 462