aan de raad der
gemeente Breda
10.02.02/
SD/8502798
20-3-1985
bijlage nr. 90
Het voorstel van burgemeester
en wethouders naar aanleiding van
he+ bezwaarschrift van het I.M.W.
inzake de zogenaamde "herbezet-
tingsgelden"
Op 11 respectievelijk 23 oktober 1984 heeft het ministerie van W.V.C. aan gemeenten
nadere informatie verstrekt over de omvang van de "herbezettingsgelden"waarmee de
diverse rijksbijdragen met ingang van 1985 structureel worden verhoogd.
Voor 1984 is dat 0,85% en voor 1985 1% van de loongevoelige delen van de rijksbijdragen
voor sociaal- cultureel werk, - voor maatschappelijke dienstverlening,- voor kinderdag
verblijven, - voor gecoördineerd bejaardenwerk en voor maatschappelijke hulp- en dienst
verlening voor jongeren en jongvolwassenen.
In bedragen betekent dit voor 1984 eenmalig f.38.321,en voor 1985 structureel
f.45.263,volgens onderstaande berekening:
1984 1985
- sociaal cultureel werk f.16.034,00 f.18.863,00
- maatschappelijke dienstverlening f.10.005,00 f.11.770,00
- kinderdagverblijven f. 2.940,00 f. 3.640,00
- gecoördineerd bejaardenwerk f. 5.210,00 f. 6.129,00
- jongeren- en jongvolwassenen f. 4.132,00 f. 4.861,00
f.38.321,00 f.45.263,00
In het landelijk overleg is daarbij in principe afgesproken dat de gelden evenredig
verdeeld worden over de diverse sectoren en dat gemeenten zijn verplicht de gelden aan
te wenden voor werkgelegenheid (bij voorkeur 32-uursbanen)
Gelet op de grootte van de afzonderlijke bedragen en met weging van de gesignaleerde
knelpunten heeft ons college besloten de bedragen gebundeld in te zetten op één terrein.
Op 29 november 1984 heeft ons college aan o.m. het bestuur van het Instituut voor
Maatschappelijk Welzijn met redenen omkleed medegedeeld dat de "herbezettingsgelden"
voor een beperkt terrein (het sociaal- cultureel werk) worden benut^n niet evenredig
worden verdeeld (zie het ter visie liggende schrijven de dato 29 november 1984,
sd. 12812).
Het bestuur van het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn tekent vervolgens op 21
december 1984 bezwaar aan tegen de besluitvorming van Uw college met betrekking
tot de "herbezettingsgelden" (zie het ter visie liggende schrijven de dato 21 december
1984, ref VO/886 - 01.02.02./MV
Met betrekking tot het ingediende bezwaar brengen wij de volgende overwegingen onder