gemeente Breda ^-a^u
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 16k van de Wet op de bejaardenoorden waarin
wordt bepaald dat de gemeenteraad voorschriften vast dient te
stellen betreffende de behandeling van de bezwaarschriften
bedoeld in artikel l6j alsmede betreffende het horen van de
indiener van het bezwaarschrift of diens gemachtigde;
besluit
vast te stellen de volgende regeling met betrekking tot het horen
van de indiener van een bezwaarschrift als bedoeld in de Wet op
de bejaardenoorden of diens gemachtigde bij burgemeester en
wethouders
Artikel 1
Degene, die een bezwaarschrift als bedoeld in de
Wet op de bejaardenoorden heeft ingediend bij
burgemeester en wethouders wordt in de gelegen
heid gesteld om in persoon, of bij gemachtigde te
worden gehoord ten overstaan van door de direc
teur van de gemeentelijke sociale dienst aan te
wijzen ambtenaar van die dienst, niet zijnde een
ambtenaar die in eerste aanleg bij de totstand
koming van de beslissing betrokken is geweest.
Een gemachtigde moet een schriftelijke en door de
indiener van het bezwaarschrift ondertekende
machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of
procureur is ingeschreven of de bezwaarde(n) met
de gemachtigde ter hoorzitting verschijnt.
Van het horen wordt door de zorg van de directeur
van de gemeentelijke sociale dienst een verslag
opgemaakt, dat, na ondertekening, wordt toegezon
den aan de gehoorde.
Van het verslag wordt tevens een exemplaar ter
beschikking gesteld van burgemeester en wethou
ders alvorens door dezen op het bezwaarschrift
wordt beslist.