bijlage nr. 97 gegevens, welke betrekking hadden op de periode tot onge veer medio 1981; deze gegevens zijn door ons aangepast waar wij daartoe aanleiding zagen (zie de toelichting 1n bijlage a. van onze mededeling van 22 december 1983) en vervolgens is het geheel rentedragend gemaakt tot ultimo 1983. Blijkens de op 22 december 1983 verstrekte nadere gegevens bedroeg de totale schade volgens de accountant (even eens per ultimo 1983) f. 8.142.095,94. 5. Gegeven deze uiteenlopende bedragen konden twee wegen wor den bewandeld: een, waarbij op enigerlei wijze de schade zo exact mogelijk zou worden vastgesteld, de andere, waarbij verder zou worden gewerkt op basis van "de "stok in het mid den steken". Het behoeft naar onze mening geen toelichting dat een exacte berekening van de omvang van de schade (wel ke alleen kan geschieden op basis van een door beide partij en onderschreven opvatting welke schadefactoren als zodanig moeten worden erkend en welke waarde daaraan moet worden toegekend) een operatie 1s die veel tijd kan kosten, zonder dat vooraf zekerheid bestaat omtrent het bereiken van een volledige overeenstemming, een overeenstemming die nodig 1s om als basis te dienen voor verder overleg, met name dan toegespitst op de verdeling van dat schadebedrag over de betrokken partijen. Het was voorts daarbij de vraag, of het mogelijk zou zijn tot een voor beide partijen aanvaardbare schadebepaling te komen zonder inschakeling van derden (-deskundigen), dit gezien de complexiteit van de materie zowel in formele als in materiele zin. Een moeilijkheid die zich richtte zowel tegen het bovenge noemde "middelen" als tegen de zo exact mogelijke benade ring van de schade vormde ook het feit, dat door het be stuur van de vereniging nog 1n april 1984 werd medege deeld, dat een minnelijke regeling alleen zou kunnen worden bereikt, als de gemeente bereid zou zijn een bedrag van f. 5 milj. in de schade te dragen. Het aanleggen van deze "on dergrens" -gevoegd bij de mededeling, dat zulks ook conform het standpunt van het betrokken ministerie was- maakte niet alleen het vaststellen van een totale schadeomvang als ba sis voor verder overleg overbodig, maar liet naar ons oor deel ook geen enkele ruimte om op andere wijze tot een min nelijke regeling als door Uw Raad bedoeld te komen. Alvorens het beeindigen van het overleg als enig overblij vende mogelijkheid onder ogen te zien, hebben wij getracht te verifieren of de vorengenoemde ondergrens van f. 5 milj. inderdaad door het ministerie werd onderschreven en vast te stellen of en zo ja waar eventueel nog openingen voor conti nuering van het overleg konden worden onderscheiden. Nadat in een eerste ambtelijk contact was gebleken dat een nader overleg zinvol zou zijn, heeft op 5 juni 1984 een gesprek tussen de staatssecretaris en vertegenwoordigers van gemeen te en corporatie plaatsgehad. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 532