bijlage nr. 97 5 h. in het kader van de realisering van het alternatieve bouwplan "42P" zal de gemeente een zodanige bijdrage in de grondkosten leveren, dat uit dien hoofde geen belem meringen voor de realisering ontstaan. Op twee elementen van deze regeling willen wij hier nog nader Ingaan: de afspraken tussen de woningbouwvereniging en Wilma B.V. en de realisering van het alternatieve bouw plan 4 2 P Zoals wij reeds in de mededeling van 22 december 1983 heb ben vermeld, zijn er tussen de corporatie en Wilma B.V. af spraken gemaakt naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van Arbitrage voor de Bouwnijverheid, bij welke uit spraak de woningbouwvereniging werd veroordeeld tot beta ling van een bedrag van f. 3,135 milj. De in oktober 1983 te onzer kennis gebrachte afspraken houden als belangrijk ste punten in dat -naast kwijtschelding van een bedrag van f. 0,2. milj. bij realisering van het alternatieve bouwplan M42P"- een bedrag van in totaal f. 0,9. milj. in tranches aan de corporatie kan worden uitgekeerd indien de corpora tie als opdrachtgever de B.V. als bouwer inschakelt; voor de concrete vormgeving van die afspraken verwijzen wij U kortheidshalve naar de ons gedane mededeling van de woning bouwvereniging Het is U uit onze meergenoemde mededeling bekend, dat wij tegen de totstandkoming van dergelijke afspraken bezwaren hebben: wij achten het voor de onafhankelijke opstelling van met name toegelaten instellingen van groot belang dat "gepremieerde meerjarenafspraken" met een en hetzelfde bouwbedrijf achterwege blijven, doch anderzijds hebben wij aangetekend dat wij niet over de formele mogelijkheden be schikken om enige invloed op aard en omvang van dergelijke afspraken uit te oefenen. Aangezien echter de gemeente reeds voor de totstandkoming van die afspraken betrokken was bij de realisering van het alternatieve "42P-plan", welk plan later met name onderdeel van de afspraken is geworden, hebben wij ons op het stand punt gesteld, dat de financiële effecten van de afspraken in de minnelijke regeling betrokken dienden te worden. Het maximaal Inschatten van die effecten op het bedrag van f. 1,1. milj. en het vervolgens voor gelijke delen toerekenen aan zowel gemeente als woningbouwvereniging heeft in het kader van de thans voorliggende regeling duidelijke nade len. Het maximale effect kan eerst na verloop van enkele jaren worden bereikt en een finale afrekening nu op basis van het genoemde bedrag van f. 1,1. milj. zou het risico voor het niet-realiseren geheel en al bij de corporatie leggen: dit achten wij een niet juiste gang van zaken aan gezien de omstandigheden, die het bereiken van het maximale effect bepalen, niet alleen en uitsluitend bij de woning bouwvereniging behoeven te liggen. Het door de gemeente me de dragen van dat risico zou echter betekenen dat zij nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 534