Het maken van bestemmingsplannen voor gebieden waarvan de grondexploitatie geen belangrijke kostenpost uitmaakt, moet toch doorgaan. De nieuwe maat regelen zoals een leefmilieuverordening en een stadsvernieuwingsplan bieden weinig mogelijkheden tot toerekening van uren. De bestaande belangen in bewoonde buurten met de daaraan gekoppelde inspraak en coördinatie moeten in goede banen worden geleid. Het budget begeleiding stadsvernieuwing van de dienst openbare werken zal ook in de toekomst tegen deze achtergrond moeten worden bezien. Voorts is op investeringsbasis in de begroting van de dienst openbare werken een bedrag van 1.900.000,beschikbaar ten behoeve van de aankoop en verbetering van particuliere woningen. Het betreft de afdekking van de onrendabele toppen. III. Niet te declareren beschikkingen Een aantal rijksregelingen vervalt met ingang van 1 januari 1985. Dit betreft o.m. de bijdrage reconstructie- en saneringsplannen en de bijdrage verbetering woonomgeving. In enkele buurtbegrotingen is met eerstgenoemde bijdrage rekening gehouden. Het gaat daarbij om Oud-Boeimeer en Zandberg-West (le fase). Verwacht wordt dat deze bijdrage gedeeltelijk niet tijdig gedeclareerd kan worden, zodat dekking zal dienen plaats te vinden uit het fonds stadsvernieuwing. Daarvoor wordt geraamd: 840.000,(Oud-Boeimeer) en 400.000, (Zandberg-West le fase). De bijdrage voor het project Rozemarijnstraat is afgewezen omdat er in 1984 geen budget voor Breda meer beschikbaar was. Teneinde het project doorgang te kunnen laten vinden is een bijdrage van 500.000,nodig. Voor wat betreft de bijdrage verbetering woonomgeving dient voor 1985 in het fonds 600.000,geraamd te worden als gevolg van het niet tijdig kunnen declareren. Het handelt daarbij vooral om renovatiegebieden (Driesprong, Heuvel e.d.). IV. Opvang vervallen subsidies Naast de hiervoor onder III genoemde overgangsproblematiek, zullen ook middelen in het fonds stadsvernieuwing moeten worden geraamd als ver vanging van regelingen die per 1 januari 1985 vervallen. Dit kan gekarak teriseerd worden als een voortzetting van het huidige beleid. Het betreft de particuliere woningverbetering; de restauraties van woonhuismonumenten; de subsidiëring van contactpersonen bij stadsvernieuwing, van wissel woningen en van procesbegeleiding; de herinrichting woonomgeving en de sanering milieuhinderlijke bedrijven. a. Particuliere woningverbetering Steunverlening aan eigenaren/bewoners ter stimulering van het verbe teren van de door hen zelf bewoonde woningen is tot 1 januari 1985 gebaseerd op de beschikking geldelijke steun verbetering particuliere woningen 1979/11. Voor wat betreft de verbetering van particuliere huurwoningen, die ook onder deze beschikking valt, zal geen overheve ling plaatsvinden naar het stadsvernieuwingsfonds.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 53