bij bijlage nr. 100
verbeterd exemplaar
Artikel 4
a. Het rioolrecht A wordt per gebouw geheven naar
het aantal m-^ water dat door een gebruiker
van een gebouw in het laatst beëindigde ver-
bruiksjaar, voorafgaande aan het belastingjaar
is afgenomen van het gemeentelijke energie- en
waterbedrijf van Breda of van de Waterleiding
Mij. Noord-West-Brabant N.V. te Breda.
b. Indien in het bedoelde verbruiksjaar het water
gebruik niet wordt gemeten of door de gebrui
ker van een gebouw geen water is afgenomen,
wordt het aantal m-^, waarover het rioolrecht
A wordt berekend door of vanwege burgemeester
en wethouders vastgesteld.
a. Het rioolrecht B wordt geheven naar de hoeveel
heid water die is geloosd.
Voor de vaststelling van de hoeveelheid ge
loosd water wordt als maatstaf aangeb ^uden
de van een waterleidingbedrijf in het laatst
aangevangen verbruiksjaarvoorafgaande aan
het belastingjaar, ingekochte hoeveelheid
water
b. Indien in het bedoelde verbruiksjaar niet of
niet uitsluitend van een waterleidingbedrijf
water is ingekocht, wordt de waterhoeveelheid
door of vanwege burgemeester en wethouders
vastgesteld of verhoogd met de vastgestelde
hoeveelheid water, die op andere wijze is ver
kregen
c. Indien aannemelijk is, dat de hoeveelheid ge
loosd water ten minste 3-000 m^ of ten min
ste 20/t lager is dan de som der hoeveelheden
ingekocht en/of op andere wijze verkregen
water, wordt laatstgenoemde som verminderd met
de hoeveelheid van^het verschil, doch tot niet
minder dan 1.000 m^.
d. Op verzoek en voor rekening van belastingplich
tige wordt de hoeveelheid geloosd water geme
ten middels (een) door of vanwege de gemeente
te plaatsen meter(s), in welk geval het riool
recht B wordt geheven naar de aldus gemeten
hoeveelheid
e. Indien in bedoeld verbruiksjaar niet geduren
de een vol verbruiksjaar water is afgenomen,
wordt voor de heffing van het rioolrecht B de
werkelijk afgenomen hoeveelheid vermenigvul
digd met een breuk, waarvan de teller twaalf
bedraagt en de noemer gelijk is aan het aantal
maanden of gedeelten daarvan, waarin het water
is afgenomen.
Artikel 5
Het rioolrecht A bedraagt, bij een afname als in
artikel 4 bedoeld van:
0 tot en met 200 m^ water f 60,per jaar;
201 tot en met 600 m^ water f 84,per jaar;
601 tot 1.000 m^ water f 108,per jaar.
- 2 -