11 blad nr. Tot op heden zijn 5 bedrijven via de regeling gesaneerd of daarop positieve beschikkingen en financiële middelen ontvangen. In het begin was het rijksbudget zeer beperkt en heeft Breda in de proefregeling als speerpuntgemeente geprofiteerd op indicaties van de regionale inspectie voor de volksgezondheid en de milieu hygiëne. In totaal is er een bedrag van 1.752.419,aan rijksbijdragen mee gemoeid geweest waarvan in 1983 1.022.840, 1.2. Buiten de saneringsregeling om, danwel ter aanvulling op de regeling, zijn aankopen gedaan en te doen met behulp van andere, in het stadsvernieuwingsfonds in te brengen regelingen. 1.3. Sanering van milieuhinderlijke bedrijven met aankoop door de gemeente, sloop en invulling met een nieuwe functie, stuitte meermalen op een verontreiniging van de bodem. In de eerste situaties konden dergelijke gevallen worden inge bracht in het saneringsprogramma ingevolge de "Interirawet bodemsanering". In latere situaties zijn dergelijke gevallen deels ingebracht in de saneringskosten op basis van de "sanerings regeling milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving". Thans worden dergelijke risico's meegenomen in de exploitatie-opzet van de nieuwe functie van het verworven terrein met afwenteling van tekorten op het gemeentelijk fonds stadsvernieuwing. Integrale benadering is aldus noodzakelijk en er zal een relatie moeten worden gelegd met het bodemsaneringsprogramma. 2Inpassing fonds stadsvernieuwing 2.1. Bedrijfssaneringen Op basis van de eerdere inventarisatie zijn er nog enkele bedrijven die om milieuhygiënische redenen voor sanering in aanmerking zouden komen. Daar het Hinderwetsuitvoeringsprogramma (HUP) een beter beeld geeft van de milieusituatie van de bedrijven in Breda zou een inventarisatie op dit moment zeker meer bedrijven aangeven die voor enige vorm van sanering in aanmerking zouden moeten komen. Onderscheid moet gemaakt worden in ten eerste de bedrijven die naar huidige inzichten op de locatie geen vergunning meer zouden krijgen c.q. onvoldoende voorziening hebben getroffen en ten tweede bedrijven die feitelijk niet meer in de woonomgeving thuis horen, al dan niet onder druk van de bevolking. De eerste groep zal op basis van de recent gewijzigde Hinderwet in het algemeen nadere voorwaarden opgelegd kunnen krijgen danwel intrekking van de vergunning. Dan kan aanspraak worden gemaakt op een van gemeentewege vastgestelde, door rijksmiddelen gefinancierde schadevergoeding, indien de inspanning in alle redelijkheid van het bedrijf niet zou mogen worden verwacht. De daarvoor benodigde financiële middelen zijn vooralsnog niet dan in geringe mate voorhanden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 56