bijl.nr. 105
J.A. van den Wijngaard. In deze functie dient de raad uit zijn
midden een ander aan te wijzen. Het bestuur van de C.D.A.-fractie
heeft te kennen gegeven dat zij de heer J.H.J. Hofsté in deze
functie aangewezen zouden willen zien.
ad d.
De bredase vertegenwoordiging in het algemeen bestuur van het
C.B.T bestond uit mw. J.A.W. van Rooij-van den Heuvel en de
heren J.P.A. van Dun, C.G. Berkhout en R.W. Welschen. Door het
vertrek van de heer van Dun is een vakature ontstaan. Het frac
tiebestuur verzoekt om in deze vakature te voorzien door de heer
C.A. van Duijl aan te wijzen.
ad e.
Door het vertrek van de heer van Dun is ook de bredase zetel in
het algemeen bestuur van het M.W.B. vakant gekomen. Wij stellen
U voor >m in deze vakature te voorzien door mw. J.A.W. van Rooij-
van den Heuvel aan te wijzen.
ad f.
Mw. J.A.W. van Rooij-van den Heuvel maakt als plaatsvervangend
lid voor mw. J. Wouters-Kootstra deel uit van de door en uit
Uw raad aangewezen vertegenwoordiging in de gewestraad. Het
blijven vervullen van deze functie, ook nu mw. J.A.W. van Rooij-
van den Heuvel inmiddels deel uitmaakt van het college van burge
meester en wethouders, wordt door de tekst van de gemeenschappe
lijke regeling niet met zoveel woorden uitgesloten. Omdat ons
college in de gewestraad reeds afzonderlijk is vertegenwoordigd,
lijkt het ons wenselijk dat de raad v .t zijn midden, de wethou
ders daaronder niet begrepen, in de plaats van mw. J.A.W. van
Rooij-van den Heuvel een ander aanwijst tot plaatsvervangend
lid. Het fractiebestuur heeft te kennen gegeven.dat zij graag
in deze functie de heer J.H.J. Hofsté aangewezen zouden willen
zien.
ad_g.
De heer van Dun was voorts plaatsvervangend lid voor de heer
Welschen in het algemeen bestuur van het Woonwagenschap Breda.
Ook deze zetel is door het vertrek van eerstgenoemde vakant ge
komen. Hierin dient door U te worden voorzien door benoeming
van een van de leden van ons college. Wij stellen U voor om
mw. J.A.W. van Rooij-van den Heuvel te benoemen tot plaatsver
vangend lid.
- 2 -