aan de raad der gemeente Breda SD/8505606 10-4-1985 bijlage nr. 117 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het benoemen van de leden van de vaste kommissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders met betrekking tot het ouderenbeleid, genaamd de "Ouderenadviesraad" an Op 20 december 19B4 heeft uw raad besloten tot het instellen van een ouderenadviesraad, waarin zitting hebben: a) 6 leden en plaatsvervangende leden, te benoemen op voordracht van een in te stellen selektiekommissie op basis van een open werving; b) 5 leden en plaatsvervangende leden, te benoemen op voordracht van de ouderenbonden. Een en ander werd door u" vastgesteld in de Verordening Ouderenadviesraad. Ten behoeve van de selektie van de "ongebonden" leden werd een selektie kommissie samengesteld, bestaande uit: de heren Kusters, van der Poel en Gel3ns, namens de ouderenbonden en wethouder Römkens, namens ons kollege. Dez'i ommissie bracht op 28 m^rt jl. rapport uit over de gevolgde procedure en diende een voordracht in bij ons kollege. Samengevat luidde de rapportage: a) Begin februari is een oproep geplaatst in "De Stem", het "Stadsblad" en het ouderenblad "Na 65". In de oproep werden belangstellende ouderen uitgenodigd zich kandidaat te stellen. Benadrukt werd dat het door het gemeentebestuur belangrijk werd gevonden dat ook vrouwen en ouderen uit kulturele minderheden zich kandidaat zouden stellen. b) Van de ir. totaal 40 reakties werd een reaktie te laat ingediend en voldeden vijf reakties niet aan de door uw raad gestelde eisen. c) Uit de overige 34 kandidaten werd een voordracht samengesteld op grond van de navolgende uitgangspunten: - de helft van het aantal leden en plaatsvervangende leden zou moeten bestaan uit vrouwen; - gestreefd zou worden naar een samenstelling waarbij een zo breed mogelijke kennis van relevante beleidsterreinen vertegenwoordigd is; - waar dat op basis van kwaliteitsafweging mogelijk was, zou gestreefd worden naar een zo breed mogelijke samenstelling wat betreft leeftijd en woon- en leefsituatie. Een ander uitgangspunt moest worden verlaten: het bleek niet mogelijk om kandidaten te verkrijgen, afkomstig uit de kulturele minderheden. De selektiekommissie adviseert de ouderenadviesraad om in die gevallen waarbij de belangen van ouderen uit kulturele minderheden in het geding zijn, gebruik te maken van de kennis die voorhanden is bij de organisaties van en voor kulturele minderheden. d) De selektiekommissie geeft de ouderenadviesraad in overweging om ook aan de plaatsvervangende leden een aktieve rol toe te kennen. Op grond van de onder c) weergegeven uitgangspunten heeft de selektiekommissie de volgende personen bij ons kollege voorgedragen ter benoeming tot lid en plaatsvervangend lid van de ouderenadviesraad: aid lid 1. dhr. W. Eichholz 2. dhr. P.J.J. Post 3. dhr. W.C. van Es 4. mevr. Th.ll.M. de Bonte-de Hunnik 5. mevr. M. Brongers-Alberts met als plaatsvervangend lid: 1. dhr. J.P.A. v.d. Dam 2. mevr. W.J.M. Voncken-Verhagen 3. mevr. J.M. Couwenberg-Fogerty 4. dhr. J. Cbbens 5. dhr. L.J.M. Rehm 6. mevr. E.J.W. v.d. Waag-Stoppelaar 6. mevr. N. Offermans-van Pruijssen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 621