bijlage nr. 127 zich tevens lenen als platform voor het signaleren van proble men die in de deelnemende gemeenten spelen en waaraan, of in de studie, of in het beleid van de V.N.G., aandacht zou kunnen worden geschonken. Waar de klankbordgroep al in 1982 van start was gegaan, stapten de door ons aangewezen vertegenwoordigers als het ware in een rijdende trein. De voorstudie was reeds een eindweegs gevor derd. Een en ander had tot gevolg dat al in juli 1984 de publi- katie "Steden vergeleken. Verslag eerste fase studie grootstede lijke problematiek"* verscheen De volgende stap zal zijn, dat op basis van tot nu toe ver zamelde en van aanvullende gegevens aangaande de 17 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, zgn"profielschetsen" zullen worden vervaardigd. Het gereed komen daarvan is over enige tijd te verwachten. De intrigerende vraag is of en in welke mate de bedoelde 17 gemeenten kunnen worden beschouwd als cumulatie- en culminatiepunten met betrekking tot de maatschappelijke proble matiek. En of op basis hiervan het beleid van de rijksoverheid verdere nuances moet gaan vertonen. Naast deze hoofdlijn in het werk van de klankbordgroep heeft zich nog een zijbeweging voorgedaan. Op aanvraag van diverse leden van de groep, heeft de V.N.G. het initiatief genomen voor een bijeenkomst van de "welzijnswet houders" uit de grote gemeenten. Dit gebeurde om na te gaan of het gewenst en mogelijk zou zijn het in 1983 tussen de vier grootste gemeenten en het ministerie van W.V.C. overeengekomen "Algemeen welzijnsconvenant"* ook van analoge toepassing te ver klaren voor de 13 overige grote gemeenten. De eerder bedoelde bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 20 juni 1984. De wethouder van Welzijn I heeft daaraan namens ons college deelgenomen. Daarna is de V.N.G. geïnformeerd over de verhouding tussen de gemeentelijke uitgaven en de rijksbij dragen. Wij zijn thans in afwachting van nieuwe stappen van de zijde der vereniging. Als wij de voorgaande informatie overzien, komen wij thans tot de conclusie dat de V.N.G. in voldoende mate gebruik heeft ge maakt van de door Uw raad op 6 oktober 1983 geboden gelegen heid tot het vervolgen en vervolmaken van de, in de notitie van toen gesignaleerde, weg. Wij kunnen niet anders dan constateren, dat aan onze zijde het vertrouwen in de V.N.G. in aanzienlijke mate is hersteld. Wij stellen U dan ook voor Uw besluit van 18/19 mei 1982, bijlage nr. 168, ter zake in te trekken en het lidmaatschap van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor onbepaalde tijd te continueren. Een ontwerp-besluit ter zake is bijgevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 662