bijl.nr. 138 Hoewel de resultaten van beide ontwikkelingen nog niet kunnen worden overzien is het in dit stadium vastleggen van een volle dige, d.w.z. organisatorisch/bestuurlijke integratie als eind doel van het samenwerkingsproces I.B.V.-'t G.I.S.T. voorbarig, te meer daar ook de stadsgewestelijke participatie in 't G.I.S.T. na 1985 vooralsnog onzeker is. Het verdient dan ook aanbeveling om de definitieve samenwer kingsvorm niet vooraf vast te leggen maar deze mede afhankelijk te stellen van bovenaangeduidevooralsnog niet geheel te over- ziene ontwikkelingen. Als tweede reden voor deze kanttekening moge gelden dat 't G.I.S.T. een uitvoerend orgaan is van de gemeente Breda (in samenwerking met het Stadsgewest). Het I.B.V. echter is een par ticuliere instelling, die zich voornamelijk richt en oriënteert op het welzijnsbeleid, overeenkomstig de door het I.B.V. zelf geformuleerde waarde-oriëntatie Daar de samenwerking met het A.K.B. "beperkt" blijft tot een niet-geformaliseerde samenwerking op werkniveau, is het hier gestelde niet van toepassing op de samenwerking met het A.K.B. Naast de hierboven geformuleerde inhoudelijk-/organisatorische randvoorwaarde, kunnen ook navolgende randvoorwaarden worden ge noemd financiële randvoorwaarde In haar eindadvies stelt de werkgroep dat als randvoorwaarde voor het samenwerkingsproces moet worden gesteld dat de betrok ken organisaties met hun functies/doelgroepen (immaterieel) óók hun faciliteiten (materieel) inbrengen en dat ervan wordt uitgegaan dat de tijdelijke W.VC-subsidiëring van het I.B.V. geleidelijk aan (1985/1987) door de gemeente Breda wordt overge nomen Daar niet het doorvoeren van een aantal bezuinigingen maar het optimaliseren van de huidige dienstverlening als primaire doel stelling van het samenwerkingsproces moet worden beschouwd kan de door de werkgroep gestelde randvoorwaarde worden onderschre ven Dit betekent dat een principe-uitspraak m.b.t. de subsidiëring van het I.B.V. dient te worden gedaan (zie ook hoofdstuk III). Met inachtname van het hierboven gestelde kan als financiële randvoorwaarde voor het samenwerkingsproces worden geformuleerd dat de voorgestane samenwerking niet kostenverhogend maar zo mogelijk kostenverlagend dient te werken. tijdsmatige randvoorwaarde Gelet op de door de werkgroep aangegeven onzekerheden/onduide lijkheden onder meer m.b.t. de subsidiëring van het I.B.V. voor 1985 en volgende jaren èn de participatie van 't stadsgewest in 't G.I.S.T. na 1985 heeft de werkgroep het voorjaar 1986 als tijdstip genoemd waarop (op zijn vroegst) een definitieve samen werkingsvorm kan worden geëffectueerd. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 702