gemeente Breda
aan
geme
bij bijlage nr. 140
De raad van de gemeente Breda;
gezien het beroepschrift, gedateerd 3 januari 1985, ingekomen 5 februari
1985, van J. Korebrits, Nieuwe Boschstraat 36, 4811 CZ Breda, tegen de aan
schrijving ex artikel 25 van de Woningwet d.d. 21 januari 1985, verzonden
op 25 januari 1985, van burgemeester en wethouders met betrekking tot het
pand Haven 21a;
overwegende, dat het beroepschrift, gericht aan burgemeester en wethouders,
geacht kan worden te zijn gericht aan de raad en binnen de in artikel 30,
eerste lid van de Woningwet bepaalde termijn is ingekomen;
dat appellant derhalve in zijn beroep ontvankelijk dient te worden
verklaard;
dat het pand Haven 21a zodanige gebreken vertoont, dat de eigenaar, de heer
J. Korebrits, terecht is aangeschreven tot het treffen van de noodzakelijke
voorzieningen;
dat deze aanschrijving is gebaseerd op artikel 25 van de Woningwet en
artikel 307 van de Bouwverordening 1978;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
en met overneming van de daarin vermelde motieven;
gelet op artikel 30, eerste lid van de Woningwet en de artikelen 389 en 390
van de Bouwverordening 1978;
het beroep van J. Korebrits tegen de aanschrijving ex artikel 25 van de
Woningwet betreffende het pand Haven 21a ongegrond te verklaren.
Wij wijzen u erop, dat voor u op grond van de Wet administratieve recht
spraak overheidsbeschikkingen de mogelijkheid bestaat tegen dit besluit een
gemotiveerd beroepschrift in te dienen bij de Afdeling rechtspraak van de
Raad van State te s-Gravenhagebinnen 30 dagen na verzending ervan.
Hiervoor is een algemeen recht verschuldigd van 90,
besluit
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd
voorzitter
secretaris