aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 154
0nd/1/850738
8-5-1985
Voorstel van burgemeester en wet
houders betreffende het beschik
baar stellen van een krediet ten
behoeve van de inrichting van
het stedelijk gymnasium.
In de vergadering van 22 december 1983 heeft Uw raad een
krediet beschikbaar gesteld voor de uitbreiding en renovatie
van het stedelijk gymnasium. In de loop van de maand september
1985 zal deze totale vernieuwbouw gereed zijn en binnen het
door Uw raad beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd kunnen
worden. Deze nieuwe lokalensituatie betekent dat lokalen, die
nog niet eerder ingericht zijn, volledig ingericht moeten
worden en dat, gezien het aantal leerlingen, de overige lokalen
van een aanvullende inrichting voorzien moeten worden. Daar
naast dient nog vast meubilair vervangen te worden, dat niet
zonder schade naar de lokalen van de uitbreiding overgebracht
kan worden.
Voor al deze voorzieningen is in overleg met de rector van het
stedelijk gymnasium een begroting opgesteld, die voor U ter
visie is gelegd. De totale kosten worden geraamd op f 223.800,-
waarvoor een kostenvergoeding bij het ministerie van onderwijs
en wetenschappen is aangevraagd.
Met voornoemd ministerie is diverse malen gecorrespondeerd om
trent deze kostenvergoeding alsmede de bekostigingssystematiek
voor inrichtingskosten t.b.v. gemeentelijke scholen. Deze cor
respondentie is eveneens voor U ter visie gelegd. Geconclu
deerd mag worden dat het ministerie slechts een kostenvergoe
ding verstrekt van f 60.000,-- voor het vaste meubilair, dat
niet zonder schade naar het nieuwe gebouw kan worden overge
bracht, alsmede een kostenvergoeding bij toename van het aantal
klassen, waarvoor gerekend mag worden op een vergoeding van
f 19.000,per toegenomen klas. Voor het stedelijk gymnasium
betekent dit 3 x f 19.000,f 57.000,
Daarnaast heeft de staatssecretaris van onderwijs en weten
schappen bij schrijven van 1 oktober 198M medegedeeld, dat het
voor haar gezien de precedentwerking en de daaraan verbonden
budgettaire consequenties niet mogelijk is om van het tot op
heden gevoerde beleid t.a.v. de bekostiging van inrichtings
kosten voor gemeentelijke scholen af te wijken. Wel zal een
evaluatie van het beleid plaatsvinden waarvoor een onderzoek
zal worden ingesteld. Wij zijn van mening, dat het stedelijk
gymnasium op een adequate wijze ingericht dient te worden en
