2 bijl.nr. 156 Naar aanleiding van het beroepschrift is de welstandscommissie andermaal gevraagd om een beoordeling. Een lid van de welstandscommissie is zelf ter plaatse de situatie gaan opnemen. Hij heeft geconstateerd, dat tekening B, waarop het negatieve advies van de welstandscommissie is gebaseerd, niet de juiste stand van zaken weer geeft. Aangezien dit niet bekend was bij de eerste beoordeling, kon ook geen vergunning worden verleend. Naar aanleiding van de bevindingen van het lid van de welstandscommissie heeft deze commissie bij nader inzien alsnog goedkeuring verleend op 12 maart 1985 door middel van een akkoordverklaring op tekening A. Tekening A geeft namelijk de situatie weer zoals deze in werkelijkheid is. Als resultaat hiervan is de enige weigeringsgrondwaarop het besluit van 17 oktober 1984 steunde, vervallen. Ingevolge het bepaalde in artikel 48 van de Woningwet mag een bouwvergun ning niet geweigerd worden als er geen weigeringsgronden aanwezig zijn. Het weigeringsbesluit kan derhalve niet in stand worden gehouden. Als gevolg hiervan zal dan alsnog een bouwvergunning moeten worden verleend. Indien de heer Rouppe van der Voort bereid zou zijn geweest zijn beroep schrift in te trekken, zouden wij ons besluit tot weigering hebben kunnen intrekken en in de plaats daarvan alsnog een bouwvergunning hebben kunnen verlenen. Hangende de beroepsprocedure is dit niet mogelijk. De heer Rouppe van der Voort heeft te kennen gegeven zijn beroepschrift te zullen handhaven en via uw raad in het bezit te willen komen van de bouwvergunning Wat tenslotte de opmerkingen in het beroepschrift betreft inzake de breedtemaat van de dakkapel en dat in Breda tal van soortgelijke dak kapellen staan, kan het volgende worden gesteld. De breedtemaat van een dakkapel behoeft niet afhankelijk te zijn van de dakpannenmaatomdat de dakpannen desgewenst op maat geknipt kunnen worden. Iedere dakkapel wordt apart door de welstandscommissie op zich, in verband met het bouwwerk, waarop de dakkapel wordt aangebracht en in verband met de bestaande omgeving beoordeeld. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat een vergelijking met een soortgelijke dakkapellen elders niet altijd opgaat. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de Bouwverordening 1978 is de heer Rouppe van der Voort in de vergadering van de commissie wonen van in de gelegenheid gesteld te worden gehoord Het proces-verbaal, opgemaakt van deze hoorzitting, ligt voor u ter visie. Wij stellen u voor overeenkomstig bijgaand concept te besluiten tot gegrondverklaring van het beroep tegen de weigering van de bouwvergunning. Het resultaat van de beraadslaging*) van de commissie wonen ligt ter inzage Burgemeester en wethouders van Breda, F.M. Feij 9 burgemeester H.S. van Asperen secretaris ligt ter visie in de leeskamer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 765