- 4 - 1.3. Met name bij deze vraag is de bij 1.1. aangebrachte nuancering ten aanzien van de beperking van het materiaal, van toepassing. Koppeling van de vraag naar woningen aan het aanbod van woningen is in eerste instantie direct afhankelijk van het aanbod, terwijl juist het aanbod per tijdsperiode (met name door opgeleverde nieuwbouw) sterk kan fluctueren. Bij een volgende evaluatie zal derhalve getracht moeten worden om te kunnen beschikken over basismateriaal van een heel jaar. 13A.Welke selecties van woningzoekenden voor vrijgekomen woningen hebben plaatsgevonden op grond van normen, urgentie en woonwensen en bij welke selecties is hiervan afgeweken (naar kenmerken woningzoekenden, kenmerken woningen en reden van de afwijking)? Selectie van woningzoekenden vindt plaats aan de hand van een viertal criteria te weten: - de norm huishouden/type woonruimte; de norm inkomen/huurprijs; het aantal urgentiepunten; de woonwens Achtereenvolgens wordt op elk van deze criteria ingegaan. De_norm huishouden/_tvpe woonruimte_ In haar beantwoording verwijst de S.W.B. naar haar bijlage 2.C., tabel 1, waar waarneembaar is in welke gevallen en hoe vaak is afge weken van de normering, voor zover het gaat om het type en de grootte van de woning en de categorie van het huishouden. In totaal is er bij 114 van de 557 acceptaties (20%), sprake van een selectie boven de normering (te groot of een type waar men eigenlijk niet voor in aanmerking komt). De S.W.B. geeft niet van al deze gevallen de reden aan waarom van de normering is afgeweken, maar wel wordt in z'n algemeenheid gesteld dat in principe de norm volgens het schema wordt gehanteerd, zij het dat wordt afgeweken wanneer men de woning anders niet verhuurd krijgt. Een op zich alleszins te billijken rechtvaardiging, alleen wordt bij een hoog percentage afwijkingen van de norm wel de vraag relevant of de norm niet dient te worden bijge steld. Op de afwijkingen van de norm bij enkele van de categorieën huis houdens wordt door de S.W.B. afzonderlijk ingegaan, te weten bij de categorie studerenden en de categorie woningzoekenden jonger dan 27 jaar. Ten aanzien van de categorie studerenden wordt opgemerkt dat deze recht hebben op de woningtypen 6.0 en 7.0 (respectievelijk zelfstandige en onzelfstandige 1-kamerwooneenheid)Punt hierbij is dat dit "recht" voor de woningzoekenden nergens schriftelijk is vastgelegd (in de normering worden studerenden niet als aparte categorie opgevoerd)en dat bij de eerste evaluatie van de woon- ruimteverdelingssystematiek op 22 september 1983 door de gemeenteraad onder meer is besloten dat éénpersoons-huishoudens vanaf 25 jaar (dus ook studerenden) ook in aanmerking komen voor het zogenaamde type 6.1 (zelfstandige 2-kamerwooneenheid) Ten aanzien van huishoudenscategorie B (éénpersoons-huishoudens jonger dan 27 jaar) wordt vervolgens opgemerkt dat deze recht hebben op de woningtypes 6.0,7.0,6.1 en 7.1.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 773