- 7 - Een probleem bij het grote beslag op de regeling wordt wel gevormd door de directe weerslag die eventuele verslechteringen in de regeling hebben op de woonlastensituatie van vele Bredase huishoudens. Een, qua woonlasten, duidelijke klemgroep vormen de bejaarden met lage inkomens (veelal alleen A.O.W. met in het geheel geen of een geringe uitkering in verband met pensioen)die qua woningaanbod in de regel zijn aangewezen op woningen met huren die ver boven de normering uitgaan. Gezien het toenemende aandeel in de bevolking van deze groep zal deze problematiek in de toekomst alleen nog maar in omvang toenemen Op een aantal andere, door de S.W.B. gesignaleerde, knelpunten en op het betrekken van de overige woonlasten (service- en stookkosten) bij een normering van het minimaal te verwonen inkomensbestanddeel, zal nog nader worden ingegaan in paragraaf 4. Urgentiepunten_ Onder het kopje "urgentiepunten" wordt door de S.W.B.mogelijk omdat dit als zeer vanzelfsprekend wordt ervaren, niet geantwoord op de vraag of (afgezien van de overige criteria) in principe altijd de meest urgente woningzoekende wordt geselecteerd. In feite wordt dit antwoord echter wel gegeven onder het kopje "gezinssamenstelling/type huishouden" op blz. 3-4 (bijlage 2.A), waar wordt gesteld dat wanneer er geen, volgens de norm huishouden/type woonruimte passende, woningzoekenden voorhanden zijn, men in principe de hoogst urgente uit de aanliggende categorie selecteert. En op blz. 6 onder het kopje "woonwensen" wordt door de S.W.B. nog eens duidelijk gesteld dat in beginsel de kandidaat met het hoogste aantal urgentiepunten die voldoet aan de vastgestelde normen naar type woonruimte en huurprijs, het eerst voor bepaalde vrijgekomen woonruimte in aanmerking komt. Geconcludeerd kan dus worden dat, met inachtneming van de overige criteria, in principe altijd de meest urgente woningzoekende wordt geselecteerd Woonwensen_ Woonwensen vormen een selectiecriterium van andere aard dan de drie voorgaande criteria, in die zin dat dit criterium, afgezien van het feit dat het goed is dat mensen kunnen wonen waar ze willen wonen, veeleer is ingegeven door praktische overwegingen (geen rekening houden met woonwensen betekent veel weigeringen zoals de S.W.B. opmerkt), dan dat hieraan bepaalde verdelingsgedachten ten grondslag liggen. Om die reden hoeft op de toepassing van dit criterium hier niet verder te worden ingegaan; op de voor het beleid wel van belang zijnde infor matie met betrekking tot door woningzoekenden geweigerde woningen, wordt ingegaan bij 1.3D. De overige informatie die door de S.W.B. onder het kopje "woonwensen" (bijlage 2.A, blz. 6 en 7) wordt aangedragen heeft betrekking op de activiteiten van de voordrachtencommissie, en hierop zal in de vol gende paragraaf (1.3B.) die specifiek naar deze activiteiten vraagt, worden ingegaan. Waarschijnlijk wordt hier "gezinssamenstelling/type woonruimte" bedoeld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 776