- 12 -
Op grond van deze gegevens lijkt het zinvol om een normverruiming voor
te stellen voor de éénpersoons-huishoudens inhoudende: voor 3-kamer-
woningen komen ook in aanmerking éénpersoons-huishoudens vanaf 25 jaar
tot 65 jaar en bejaarde alleenstaanden.
Éénpersoons-huishoudens tot 25 jaar komen dan in aanmerking voor
maximaal een 2-kamerwoning of 2-kamerwooneenheid. De normverruiming
voor éénpersoons-huishoudens zou tevens de volgende keuzemogelijkheid
in zich moeten sluiten: wenst een éénpersoons-huishouden van 25 jaar
of ouder ondanks de mogelijkheid van een 3-kamerwoning toch een 2- of
een 1-kamerwoning of wooneenheid, dan kan dat.
Geen reactie wordt door de S.W.B. gegeven ten aanzien van haar
ervaringen met het toewijzen van 2-kamerwooneenheden aan bejaarde
éénpersoons-huishoudens. Of deze proef van een half jaar voortzetting
behoeft kan derhalve niet worden beoordeeld.
Inkomenhuurrij
Over afwijkingen van de norm huurprijs/inkomen is al het nodige te
berde gebracht bij vraag "1.3A. Huurprijs/inkomen"terwijl ook bij
vraag 4 hier nog op wordt teruggekomen.
Urgenti^e-w^ergevend puntensysteem
Van de zes wijzigingen van de woonruimteverdelingssystematiek wordt
door de S.W.B. slechts opgemerkt dat deze volledig zijn opgenomen in
de systematiek. Wat meer informatie was welkom geweest waar het ging
om:
aftrek van punten voor dakloosheid bij weigering van de woning
zoekende van aangeboden, passende, woonruimte; gezien ook de
raadsdiscussie hierover was bijvoorbeeld wetenswaardig in hoeveel
gevallen deze mindering nu in praktijk is gebracht;
herhuisvesting bij stadsvernieuwing;
van belang is om te weten hoe groot het beslag op vrijkomende
woonruimte is als gevolg van stadsvernieuwingsactiviteiten
(vandaar de indertijd voorgestelde eenduidige herkenbare hoeveel
heid punten)
de voorkeursregeling voor werknemers van nieuw in Breda te
vestigen bedrijven; hoe vaak is deze toegepast, functioneert de
regeling als zodanig of dienen aanpassingen plaats te vinden.
Door het ontbreken van evaluatief materiaal is het nu onmogelijk om de
per 1 oktober 1983 ingevoerde wijzigingen op een zinnige wijze tegen
het licht te houden. Met uitzondering van het terugkeren naar de wijk
na renovatie, waarover bij vraag 4 het een en ander naar voren wordt
gebracht, geldt hetzelfde ten aanzien van de laatste set wijzigingen
van 1 oktober 1983, de "normafwijkingen naar aanleiding van bestuurs
besluiten". Dat bijvoorbeeld het eveneens in de gemeenteraad omstreden
punt van de toewijzing bij huurschuld enige toelichting behoeft ten
aanzien van de feitelijke toepassing ervan lijkt nogal duidelijk.